Van de Kerk.
IX. En het zal geschieden, dat van de ééne nieuwe maan tot de andere, en van den éénen Sabbath tot den anderen, alle vleesch komen zal, om aan te bidden voor mijn aangezichte, zegt de Heere. Jesaja LXVI : 23. Met onze^ laatste overwe ...
„Dit pascha, eer dat ik lijde”.
En hij zeide tot hen: Ik heb grootelijks begeerd, dit Pascha met u te eten, eer dat ik lijde. Lukas XXII : 15. Het Pascha-maal was ia Israel een maaltijd van heilige vreugde. Immers het. sloeg terug op Israels verlossing uit Egypteland. Doch juist daarom was hef la ...
„Laat deze drinkbeket van mij voorbijgaan!”
En een weinig voortgegaan zijnde, viel hij op zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze drinkbeker van mij voorbijgaan; doch niet gelijk ik wil, maar gelijk Gij wilt. Matth. XXVI : 39. Gethsemané was het bangste, dat onze ...
Van de Kerk.
XIII. Want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijnen eeniggeborenen Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Joh. III: 16. Bij hen, die oordeelen, dat Jezus, ...
„Zie, nu hebt gij zijn Godslastering gehood”.
Toen verscheurde de hoogepriester zijn kleederen, zeggende: ij heeft God gelasterd; wat hebben wij nog getuigen van noode? Zie, nu hebt gij zijne Godslastering gehoord. Matth. XXVI : 65.Van alle rechterlijk verhoor, dat onze Heiland in de dagen van zijn lijden ondergaan heeft, is verreweg ...
„Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?”
En omtrent de negende ure riep Jezus met eene groote stemme, zeggende: Eli, Eli, Lama Sabachihani: dat is: mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten ? Mdtth. XXVII : 46. De innerlijke geestessirijd is door den Man van Smarten niet op Golgolha, maar in Gethse ...
Van de Kerk.
XIV. U osk aaTïgeAr.dc. o, Sion, door het bloed uws yerbonds heb Ik uwe gebondenen uit den kuil, waar geen water in is, uitgelaten. Zach. IX:11. Bleek 't too op overtuigende wijze, dat de zichtbare Kerk naar Jezus eigen bedoeling nie ...
„het is volbracht”
Toen Jezus dan den edik genomen had, zeide hij: Het is volbracht. En het hot)fd buigende, gaf den geest. Joh. XIX : 30. Er moet in het lijden van onzen Heiland onderscheiden worden tusschen de smart van de Kruisiging, en zijn plaatsbekleedend dragen van der uitverk ...
„En Jezus gaf den geest”.
[GOEDE VRIJDAG 1919.] En Jezus, wederom met eene groote stemme roepende, gaf den geest. Matth. XXVII: 50. De lijdensweken worden door den Goeden Vrijdag besloten; dan volgen de dagen dat het graf den Heiland herbergde; en als de morg ...
„EN Jezus gaf den geest”.
Mattheus meldt ons, dat Jezus den dood inging onder het met groote stem uitroepen, eerst van het Volbracht, en toen van het > Vader in Uwe handen beveel ik mijnen geest”.Die stemverheffing van onzen Heiland en zijn aanstonds sterven was natuurlijk. De druk van het Eli, Lama Sabachtanl o ...