Gesloteü harten.
Daarop komt het aan, bij het betoon van broederliefde, — op het hart. Er wordt! hier niet gesproken over het toesluiten vaa ons huis of van onze beurs, maar over de sluiting van ons hart; ja, de apostel tast hier zóó diep, dat hij eigenlijk spreekt van de „ingewanden", — de innerlijke bewegingen ...
Schuld der liefde.
Wij zijn schuldig....Hierin ligt het onderscheid met Christus, van wien tevoren gezegd was, dat Hij Zijn leven voor ons gesteld had.Christus was niet schuldig, dat te doen. Zijn levensoffer was de doorgaande daad van vrijwillige liefde, opkomend uit Hemzelven, door niets van buiten ...
De Liefde.
Men beperke toch Jeztts' „stellen van Zijn leven yooi' ons" niet tot Zijn kruisdood.Zeker, op Golgotha heeft het offer Zijner liefde zich voltooid; en het is altijd weer de stervende Christus, Wien de hoogste betuiging geldt der dankbare wederliefde. Maar wie een enge grens om den kruispaa ...
Uit God geboren.
Het is niet zonder reden, dat de apostel Johannes bij herhaling terugkeert tot dezelfde gedachte, en telkens weer de totale scheiding betoogt tiisscihen liet leven uit God en het doen der zonde. „Een iegelijk, die in Hem blijtt, die zondigt niet"; , , wij weten, dat een iegelijk, die uit 'God geb ...
Doen en zijn.
Niet ten onrechte waarschuw! de apostel hier niet nadruk tegen-verleiding. W: ant het gaat in dit deel van zijn brief; over. het verband tusschen cnzcn toestand en onzen, staat, tusschea het leven dal wij leiden en de verhouding waarin wij staan tegenover G-od. tusscheh ons doien en ons zijn. „Di ...
In Hem.
Het mag' een ocgenblik onze veirwondering wekken, dat Johannes aldus spreekt. Heeft hij niet kort tevoren betuigd: „Indien wij zeggen, dat wij geeri zonde hebben, zoo verleiden wij onszelven, en, , de w.aarheid is in ons niet"? En thans zegthij: „Een iegelijk, die in Hem blijft, die zondigt niét" ...
GeloofsvoIIiarding.
Dat is voor Elia wel een zeer moieilijke tijd geweest, — toen de beek Krith begon uit te drogen.Allicht zal de pro^feet aanvankelijk niet vermoed hebben, dat het daartoe komen zou. Hij wa.s vol moed en geloof na, a, r deze plaats gegaan, vertrouwende O'P' wat de Heere gezegd had: , , Verbe ...
Gij weet ....
Men neme dit woord op, de pJaiats waar Johannes het schreef, namelijk in enge aansluiting met wat hij er a, an deed voorafgaan.De apostel heeft de zonde geteekemd in haar verfoeihjk karakter v^an ongerechtigheid, van aanranding der heihge rechten G-ods; en hij deed dit om zijnen lezers te ...
Sara’s geloof.
Waf is toch bij het wonder van Izaks geboorte 'de be teekenis geweest van Sara's geloiof? Op zichzelf ware het immers ook mogelijk, dat de Heere haar moeder maakte buiten de. geestelijke werking van haar geloof • om. Zoo is echter niet geschied. „Door het geloof heeft Sara kracht ontvangen ...
Reiniging.
Deze hope.Dat is de geloofsverwachting van den Christen eenmaal God te zullen zien gelijk Hiji is, en Hem dan gelijk te zullen wezen; het uitzien van Gods kind naar den dag der eeuwigheid, waarin der Heere al Zijne deugden op het rijkst zal te aanschouwen geven, en in den verlosten mensch ...