Gomer voor den Sabbath - pagina 126
„DE ONGERECHTIGE MANZIJNGEDACHTEN.Hij heeft recht op u in uw loop door de wereld; maar eveneens recht op u bij uw wandelen langs de paden uws harten. En daarom, als uw God u tot bekeering roept, dan zegt zijn Woord niet enkel: „De goddelooze verlate zijn weg," maar volgt er t ...
Gomer voor den Sabbath - pagina 125
„DE ONGERECHTIGE MANZIJNGEDACHTEN."ZES-EN-TWINTIGSTE ZONDAG.,DEONGERECHTIGE MAN ZIJN GEDACHTEN." De goddelooze verlate zijnen weg en de ongereclitige man zijne gedachten ; en hij bekeere zich tot den Heere, zoo zal Hij zich zijner ontfermen, en tot onzen God, wa ...
Gomer voor den Sabbath - pagina 127
„DE ONGERECHTIGE MANZIJNGEDACHTEN."125heel het deksel van de opening af, en vliegen opeens weer alle booze demonen door uw binnenste. Maar goed, sluit dat laatste schriklijke geval nu uit, dan blijft er toch altoos, wat onze Belijdenis noemt, een opborrelen uit de onza ...
Gomer voor den Sabbath - pagina 128
„HOEVELE ZONDEN HEB IK?"124Maai' ook, doet ge het eerste, wordt ge biddende, waakt ge, ge, dan komt de Geest u te hulpe, en het onheilige gas ontsnapt. strijdtZelfs in het heiligeWantongetwijfelden vrede bij uw God zoeken. zoo dat denken aan de zonde in ...
Gomer voor den Sabbath - pagina 129
„HOEVELE ZONDEN HEB IK?"I25;Dit komt daarvandaan, dat Job zegt, wat gij denkt; maar vaak denkt, zonder het zelf te weten. Hoor het maar, als Job in de wanhoop zijns harten voor zijn God uitschreeuwt: „Hoeveel misdaden, hoeveel zo?iden heb ik? Maak mij 7nijn overtreding en mijn zonde ...
Gomer voor den Sabbath - pagina 130
„HOEVELE ZONDEN HEB IK?"120wegschuiven en uw eigen jongen met die kleine tijgertjes stoeien Ze zouden uw jongen geen kwaad doen. Ze spelen en stoeien nog maar en zijn zoo aantrekkelijk lief. En toch ge weet het. Als ge diezelfde lieve diertjes maar stil gaan en groeien laat, komt ui ...
Gomer voor den Sabbath - pagina 131
„HOEVELE ZONDEN HEB IK?"127met uw vijl af. En zoo, zoo alleen zijt ge burgerlijk braaf gebleven en bleef het wild gedierte wel in u maar het kon niet woeden En als dan uw God en Vader, enkel door tusschentredende zult gij dan zeggen het ergste belette en voorkwam genade „Op mij is n ...
Gomer voor den Sabbath - pagina 132
„GIJ EN128UWhuis!"kwaad, eer vragen: „Heere! wat onderscheidt mij, dat Gij mij niet losliet?" Dan zal er een besef in u komen, dat ge in hun zonden zonden ziet. In den tijgerklauw, die uit hun hart uitkwam, den verscheurenden aard en het wezen zien van die tijgertjes i ...
Gomer voor den Sabbath - pagina 133
„GIJ ENnuUWhuis!"129hun kroost geschonken; en bloeien de olijftakken aan Maar al lijkt zulk een huisgezin op een plant, toch is het anders dan een plant. Want immers van een plant kunt ge de stukken niet uit elkaar nemen of ze hebben niets meer met elkander uits ...
Gomer voor den Sabbath - pagina 134
„GIJ EN130UWhuis!"op beslissen komt, nooit de banden van den geest overheerschen niogen, daarom moogt ge toch nimmer die banden van het bloed gering achten.Die banden van het bloed zijn geleidingen, waarlangs iets uit het hart van den een in het hart des anderen ...