Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 42
30den muur was losgebroken, en die alleen, en van allen vermoest slaan. Hem die geen Heiland achter zich had, om met zijn schild hem te dekken, maar die zelf de Heiland was, en die met eigen hand het schild moest opheffen, dat allen dekken zou. Hem, die wel verre van op het Kruis van Grolg ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 41
29Het „Mijn G-od, mijn Grod, waarom hebt G-ij mij verlaten", evenals het roepen „Vader, in uwe handen beveel ik mijnen geest", verraadt in niets den heldenmoed als grondtoon van zijn gemoedsstemming. En als ge uw Heiland in Grethsémané bijna bezwijken en inzinken ziet, zoodat een engel hem ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 45
33om op het lijden des lichaams te blijven staren, terwijl kerk wijst op wat Jezus leed in de ziel. Bij de kerk keet het in haar belijdenis: „Als wij hem aanzagen, was er geen gestalte dat wij hem zouden begeerd hebben, en als een lam werd hij ter slachting geleid." Maar de Heere betuigt: ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 46
34 stuit ge op een raadsel, zoo dikwijls ge aan uw eigen denkt. Waar is die ? Zeer zeker in u maar ontleed uw wezen en ge vindt ze niet. Ze schuilt, om alleen haar werkingen u te toonen. Ook voelt ge uw ziel in u. Maar zelve blijft ze u een mysterie. Eens scheidt ze uit den aardschen tabernakel, ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 47
35Nooit door ander lijden geëvenaard. Voor geen vergelijking met ons bitterst lijden ooit vatbaar. En deswege kwam om dat lijden der ziel de alles te bovengaandeglorie.Omden arbeid zijner eiel zal hij het zien en verzadigd worden, zal hij en hij alleen de velen ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 52
40De schande van als misdadiger te worden aangegrepen en openlijk door de straten geleid, zoodat uw Overheid, die immers Dienaresse G-ods is, u, door het geweld dat ze aan u pleegt, voor aller oor aanklaagt, kan u reeds zoo grievend door de ziel vlijmen. Maar wat moet het dan niet voor uw ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 49
37X.„€n gïoegenöe fianöen aan Stoii^,' Maar Jezushem: Vriend, waartoe kwamen zij toe, en sloegen de handen aan Jezus, en grepen hem. zeide tothier? Toenzijt gijMatth. 26:50.Ons formulier van het Avondmaal zegt het zoo treffend ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 53
41XI. „3ft öe3tueeruörjbentelientien 45otu"Doch Jezus zweeg stil. En de hoogepriester, antwoordende, zeide tot hem: Ik bezweer u bij den levenden God, dat gij ons zegt of gij zijt de Christus, de Zone Gods. Matth. 26:63.Met op zijn wo ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 48
36 Jezus had in zijn ziel met uw zonde te doen. Niet alleen aan uw zonde dacht, en de intentie had om er voor te sterven, maar zoo dat hij in zijn ziel uw zonden droeg. Een mysterie, het zij u toegegeven, maar dat ge daarom nochNeen,zoo,datuwhijwegcijfere ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 51
39 willen steenigen. Maar het was telkens geweest, of een ongemacht Jezus beveiligde. En dan ging hij ongedeerd midden tusschen hen door, en kwam de teleurgestelde politie terug, en verhaalde hoe zij hem niet had kunnen vangen.hemzieneOok nu was de gewapende macht met banghei ...