1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 121
'^•^' ^IWËFig 17 Uit het ei kruipende zwarte slangen (Coluher contrictor) ,.nestvlieders" (Uit M Burton, Wonderen van het dierenrijk, dl I I )Fig 18Wijfje wilde eend met jongen „nestvlieders" (Uit Naumann, Vogel, dl X I I ) ...
1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 122
Fig. 19. Grote lijster met jongen: „nestblijvers" (Uit: Jac. P. Thijsse, Het vogeljaar, dl. I)Fig. 20. Wild zwijn met jongen: „secundaire nestvlieder". (Uit: M. Burton, Wonderen van het dierenrijk, dl. II.) ...
1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 123
97DE MENS IN DE BIOLOGIEdeze trap staan dus b.v. ook de mensapen. Voor de ontwikkeling van de mens is ook dit nog niet voldoende. Bij hen sluit aan de lange zwangerschap nog een periode van hulpeloosheid aan. Deze geheel eigen toestand bij de mens duidt men aan met de term „secundai ...
1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 124
98J. LEVERDe mensapen sluiten hun groei als volgt af: de gorilla na 7 jaar, de orang na 12—14 jaar, de chimpansee na 11—12 jaar. Daar slaat de mens tegenover met 19—22 jaar. - ' ' Ook de groei-intensiteit is geheel verschillend. Bij alle dieren wordt de groei hoe langer hoe langzame ...
1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 125
DE MENS IN DE BIOLOGIE99kunnen constateren is, dat de recente mens ook biologisch gezien een uitzonderlijk wezen is. Dames en Heren, onze excursie in het onbekende land spoedt ten einde. U zult het nu allen wel met mij eens zijn dat een behandeling van het onderwerp: „de mens in de ...
1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 126
100J. LEVERWij dienen echter vast te stellen dat onze Vrije Universiteit niet is opgericht als een ommuurd tuintje, waarin men als een gerusten landman veilig de platgetreden paadjes kan harken en de bloembcdjes kan wieden en begieten, maar juist om vanuit een vast centrum de poort ...
1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 127
DE MENS IN DE GENEESKUNDE*) door G. A. LINDEBOOMWanneer men geroepen wordt te spreken over den mens in de geneeskunde, dan kan het schijnen, dat men naar het voorwerp van die beschouwingen niet lang behoeft te zoeken. Die mens is natuurlijk een patiënt, die men waarschijnlijk aantreft op h ...
1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 128
102G. A. LINDEBOOMbeschouwing naar voren, waarin men nu eens niet de bomen, maar het bos als geheel wil bezien. Men tracht weer van de ziekten terug te keren tot den zieke, van een ziekteleer tot een leer van den zieken mens. Dat is in zekeren zin een terugtocht. Want in de jeugd \a ...
1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 129
DE MENS IN DE GENEESKUNDE103O]) de grens van den nieuwen tijd voor haar met forse trekken ontwierp. Die opkomst der moderne geneeskunde kon eerst goed beginnen, toen er een soliede basis was gelegd door de kennis van de normale bouw en verrichting van het menselijk organisme in de o ...
1954 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 130
104G. A. LINDEBOOMbrengt dit natuurlijk zeer bepaalde opvattingen mede, zowel over de ziekte als als over de taak van den arts. De ziekte wordt eenvoudig een storing in de gecompliceerde machinerie, die het lichaam nu eenmaal is, en de arts is de man, die die machine tot in al haar ...