Zedelijkheid en recht - pagina 11
7willen noemen de gangbare zedelijkheid en het positieve recht. Naar mijn overtuiging, is er ook nog andere zedelijkheid dan de gangbare en ook no^ ander recht dan het positieve. Wie geen positivist is, of door nominalistische neigingen wordt beheerscht, zal ook van de zedelijkheid en het ...
Zedelijkheid en recht - pagina 12
8zijn de menschelijke wilshandelingen en de vorm is het met een ordening of regeling daarvan overeenkomen. Bestaat zulk een ordening uit wat wij, in tegenstelling met de natuurwetten, die geen uitzondering dulden, de normen noemen, ^) deze normen zijn dan een eisch waaraan mogelijk niets e ...
Zedelijkheid en recht - pagina 13
9 zedelijkheid en van het positieve recht èn naar hun verhouding zoo tot de ideeën van zedelijkheid en recht, als van die ideeën onderling.Laat mij thans, na de vraagstelling te hebben gefixeerd, u, ter oriënteering in het probleem, een overzicht geven van zijn geschiedenis. Betrekkelijk i ...
Zedelijkheid en recht - pagina 14
10 de raenschelijke zaken niet door Hem verzorgd werden, ^) is het natuurrecht rederecht geworden en, zooals zeer te recht is opgemerkt, het tafellaken tusschen de moderne en de christelijke moraalphilosophie, welke laatste recht en onrecht terugvoert op den wil van God, doorgesneden. ^) Met echt ...
Zedelijkheid en recht - pagina 15
11 inzicht in de verschillende wijzen waarop men, nadenkende over ons probleem, zich de betrekkingen der twee begrippen heeft gedacht, wil ik u, wat het nieuwere natuurrecht betreft, nog slechts bepalen bij Pichte en Kant. Tusschen Thomasius en Fichte ligt hier bijkans heel de 18^ eeuw. Over Fich ...
Zedelijkheid en recht - pagina 16
12 en daarom praktische rede. Zij is niet van een vreemden, selbst nicht eines göttlichen Willens afkomstig, maar de wet van onze rede zelf, waarom ^ deze dan ook autonoom is. Deze innerlijke zedewet ' treedt voor ons op in den vorm van een gebod, van een onvoorwaardelijken niet hypothetischen, d ...
Zedelijkheid en recht - pagina 17
13 waarden, waaronder de willekeur van den een met de willekeur van den ander, naar een algemeene wet/ der vrijheid kan vereenigd worden. Dit is wat men ook later genoemd heeft de „Maxime der Coëxistenz". De ethische wetgeving dringt met innerlijken drang. • De juridische dwingt met uitwendigen d ...
Zedelijkheid en recht - pagina 18
-A 14 Deze oplossing van ons, in het nieuwere natuurrecht opgekomen, probleem door Kant geboden, is in de vorige eeuw en zelfs ook in deze, wel door velen als de juiste geaccepteerd, maar heeft toch niet algemeen kunnen bevredigen. In de Duitsche speculatieve school, bij de theologiseerende juris ...
Zedelijkheid en recht - pagina 19
15 dan een geschiedenis te geven van het Absolute, van den wordenden God; hetzij dan, gelijk bij den eerste, voluntaristisch als willen, hetzij, gelijk bij den tweede, rationalistisch als denken. Deze keer in het denken was niet zonder invloed ook op ons probleem. Hij schiep de behoefte aan een a ...
Zedelijkheid en recht - pagina 20
16 aan het recht, want deze rechtsorde keert zich mechanisch tegen het zelfzuchtige, onzedelijke individueele wilshandelen. Onverbiddelijk en met de ijzeren noodwendigheid, met welke in de zinnelijke natuur op de oorzaak de werking volgt, moet in deze tweede natuur op het ingrijpen in de vreemde ...