OUD EN JONG IN VROEGER EEUW. ¹)
I. In mzB dagein, pu de strijd zich aangekondigd heeft tusschein ouid en jong, ook in onze kerkelijk© samienleving^ kan het zijn nut hebben, terug te zien op het verleiden, dat onder cuidere omstandigheden in 't wezen der zaak denzelfden strijd der geesten heeft aa ...
OUD EN JONG IN VROEGER EEUW.
II (Slot). Welk antwioorid ontvangen nu < ie gezanten van Bethel en uit wiens m'Ond zal ide wonderspreut klinken, waarop hun vrsjgende Bethelietén wachten ? Het ajntw'oond Jiomlt — om met het laatste te heginnen — van iden profeet Zacharia. Let daar wel o ...
Ironie — in Gethsemané.
Wanneer dé Zoon des menschen in Gethsemané Zijn Izieleanglsten uitschreit voor Goid^, dan liggen daar, op-een Slbeemworp afstalnds, & & diBoipelen neer en — slapen.En in die nevéns-stellinig van iden biddeiide'n Man van smlarten en de sJuimterende joïigeren ligt iets, dat, wanneer ...
Ironie — in ’t gezicht van den dood.
... want het gebeurt niet (het past toch, eigenlijk niet) dat eea profeet gedoocl wordt buiten Jerusalem'. Luoas 13: .S3.Niet slechts tot de jonigeren, die in Gethsemané de oagen uitwrijven, heeft Jezus Christus ironisch gesproken.Hij heeft het ook eenmaal gedaan tegenover eenige me ...
Sarcasme — op Golgotha.
Ironie en siaaroas'me zijin twiee.Ironie woirdt geboren; sarcasme w^oindt gemaakt. Ironie is spontaan; aarcasm'e is be'studeend. Ironie ziet de karikatuur en zégt ze in eenvO'Uid; sarcasme ziet ook de karikatuur en — versterkt ze met wellust. Iro'nie is het verheverue, dat ver'heft; sarcas ...
Paschen.
Gevouwen doeken. Niet waar, idat mag wel Koimiscii sdhijnèü.: teinge-lenglams etó — opgevouweia idoëfen. Openbaritog, van hemelsch© beerlijikIheLd en d© properlieiid vaia zdnidelijlk: biniaemhuisje. Wezens, öie van boven geblüfcseimid zijb., idi© Öm Paaschvorst heb ...
Aesthetische Christusbeschouwing.
I. (Inleiding) Toen eetim'aal Christus Jezus den rijken jongeling ontmioette en in hem veel zqg, waarom hij heüi beminde, was de begroeting van den Jongen man: „Goede Meester"; en het antwoord van den Meester was de vraag, tot heiü gericht: „Wat noemt gij mij goed? ...
Aesthetische Christusbeschouwing.
II. (Ons „Christusgeheim"). Wanneer we nu trachten, over deze aesthetische ChristusbeschOiUwing iets te zteggen, dan beperken we ons hoofdzakelijk tot de litteratuur, speciaal de poiezie.Eerst willen we vragen, hoe Avij het ve ...
Aesthetische Christusbeschouwing.
III. (Eerbied voor het „Christusgeheim"!) Zoo zou reeds de aesthetiscjhe Christusbeschouwing in haar uitgangspunt eten onherstelbare fout maken, indien ze zich bezighield met den Christus als Koningsmensch, den Christus triumlator; a ...
Aesthetische Christusbeschouwing.
IV. (Debeweegloooze Christus). De schending van hel „Christusgeheim", het niet hooren naar de tot bezinning roepende silem van Christus, die den voorbarigen naam „schoone meester" afwijst, is een zonde, die haar bezoldiging meebrengt ...