Filteren
van 166
Johannes Maccovius - pagina 191
179In zijne Metaphysica behandelt Maccovius deze quaestie breedvoeriger. Hij geeft daar nog een ander voorbeeld aan,dat de Theologie iets waars kan zeggen, en dat de Philosophie iets tegenovergestelds als waarheid kan poneeren,en dat toch beiden elkander volstrekt niet uitslu ...
Johannes Maccovius - pagina 192
180Veritas Theologica en Veritas Philosophica, daarmede be-doelende dat Theologisch waar was, wat werkelijk waar was, Philosophisch waar, wat ze door drogredenen als waar konden bewijzen. Maccovius noemt dat een distinctio mala, en verfoeit hun spitsvondige onderscheidingen van „dis ...
Johannes Maccovius - pagina 193
181„Philosophia de rebus subiectis iudicat, de ignotis nihil2.pronunciat, neque iu hanc, neque in illam partem." D. w.de Philosophie heeft zich niet in te laten metz.quaesties als de menschwording Gods, of ook niet de vraag, of de geringste zonde ook een ...
Johannes Maccovius - pagina 194
182In zijn Loei geeft hij dienaangaande nog een ander voorbeelci, dat onze aandacht waard is. In de Philosophie geldt het van de generatie als axioma: „Generatio est mutatio a non esse ad esse." Maar deze eerste punt.philosophische definitie van de generatio kan nooit op de generati ...
Johannes Maccovius - pagina 195
183dan houdt de Sancta Theologia daar geen rekening mede. Als Proclus leert dat tijd en eeuwigheid hetzelfde zijn, want dat de tijd nooit is begonnen, maar eeuwig is, dan wendt de Theoloog van znlke Pseudo-Phials bij PoMPANATius,losophie afkeerig de oorenaf.Als de vals ...
Johannes Maccovius - pagina 196
184De Philosophievan Ens: „quod habet essentiam." Ens en Essentia worden dus onderscheiden, en de essentia is de forma Entis. Maar de Theologie leert van God de simplicitas. Aan deze moeihjkheid trachtte DamasCENus te ontkomen door van God als vTrepovrlx te spreken. Maar Maccovius m ...
Johannes Maccovius - pagina 197
185 ter sprake:„Utrum peccatumsitens vel non ensf' Hetpeccatum omissionis is geen Ens, of, het is meer bepaald „non ens, non negativum, secl privativum." En hierin ligt tevens het antwoord op het sophisma: „Propter non ens nemo pnnitur; Peccatum est non ens; Ergo." Wan ...
Johannes Maccovius - pagina 121
109Ypej, die zelfs de keurige onderscheiding van Augustinus tusschen de genade als gratia praeveniens, operans, coöperans, irresistibilis als „ongehoorde Schooltermen" afwijst, O en aan zijn mededeeling dat Augustinus de vader o. a.uitder Scholastiek in de Westersche Kerk is, ...
Johannes Maccovius - pagina 120
108 School, terwijl omgekeerd de Noord-Afrikaansche Schoolvande wetenschap niet wilde weten. TertuUianus riep: „Credo quia absurdum." Van hem is het voorzichtige: „De Deo etiam vera dicere, periculosum esse." De studie der Philosophie ver„Philosophns gloriae animal. Affectant verita ...
Johannes Maccovius - pagina 122
110dass Augustin noch in systematischer sches oder philosophisches Systemwenn wir von seinem EnchiridionFormein dogmati-iins überliefertalsehen, inhat; dennwelchemdieHauptJehren des Christenthums von ihm kurz zusammengestellt s ...
van 166
