„En de boeken werden geopend.”
En ik zag de dooden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de dooden werden geoordeeld uit hetgene in de boeken geschreven was, naar hunne werken. Openbaring 20 : 12. Voor wie teederlijk ...
„Bekommerem zich niet over de verbreking”.
Die wijn uit schalen drinken, en zich zalven met de voortreffelijkste olie, maar bekom meren zich niet over de verbreking van Jozef. Amos 6 : 6. De cirkel is de vanzelf aangegeven figuur voor ieders leven. Er is in den cirkel een middenpunt van binnen en een omtrek ...
„De Heere is nabij”.
[HEMELVAARTSDAG 1914]. Uwe bescheidenheid zij alle ., ..menschen'bekend. Ue Heereis ; . liabij. Phil. 4:5.Voor de elven was het verdwijnen van Jezus uit hun midden 't bangste, wat hun overkomen kon. Ze hadden zich uit alles teruggetrokken, ze hadden zich van ...
„Voor de menschen”.
[PINKSTEREN 1914]. En ik zeg u: een iegelijk, die mij belijden zal voor de menschen, dien zal ook de Zoon des menschen belijden voor de engelen Gods. Lucas 12 : 8. Ons Pinksterfeest heeft ook zijn kant naar binnen^ maar van de drie g ...
„Wie zal mij verdagvaarden”.
Zie, gelijk een leeuw van de verheffing des Jordaans, zalhij opkomen tegen de sterke woning, want ik zal hem in een oogenblik daaruit doen loopen; en wie daartoe^ verkoren is, dien zal Ik tegen haar stellen; want wie is Mij gelijk? en_wie zoude Mij verdagvaarden? en wie is die ...
„Doet gij dit niet u zelden”.
Doet gij u dit niet zelven, doordien gij den HEERE uwen God verlaat, ten tijde als Hij u op den weg leidt? Jeremia 2 : 17. Geen lach zonder traan, zegt een volkswoord, en 't leven toont 't telkens weer, hoe ongestoorde levensvreugd bijna niemands deel is. Reeds een ...
„Opdat uw gebed niet verhinderd worde”.
Gij mannen, insgelijks, woont bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste eere gevende, als die ook mede erfgenamen der genade des levens met haar zijt; opdat uwe gebedep niet verhinderd worden. ^^^^^•l Petrus 3 : 7. Als de apostel ons toeroept, ...
„Behoed de deur mijner lippen”.
HEERE, zet eene wacht voor mijnen mond, behoed de deur mijner lippen. Psalm 141: 3. Het moet een niet uit te spreken plechtig oogenblik zijn geweest, toen in 't Paradijs de pas geschapen mensch 't eerste menschelijke woord uitsprak, en zulks wel in aanbidding voor ...
„Wandelen in de ruimte”.
En ik zal wandelen in de ruimte, omdat ik uwe bevelen gezocht heb. Psalm 119 : 45. De karakters verschillen, maar toch is er bijna niemand, die zijn eerste jeugd achter zich heeft, en niet uit eigen ervaring weet, wat 't is, 't «benauwd te hebben«, o, zoo benauwd, ...
„De Heere zij toehoorder tusschen ons”.
En de oudsten van Gilead zeiden tot Jephtha: De HEERE zij toehoorder tusschen ons, indien wij niet alzoo naar uwen woorde doen. Richteren 11 : 10. Het was ouderwetsch vroom, dat de stadsraad van Gilead tot Jephta, den Richter, sprak: »De Heere zij toehoorder tussch ...