Van de Voleinding.
CXLVII. VIJFDE REEKS. IX. De HEERE is in het paleis zijner heiligheid, des HEEREN troon is in den hemel; zijne oogen aanschouwen, zijne oogleden proeven de menschen-' kinderen. Ps. ...
Uit de Pers.
In de Ütrecktsche Kerkbode trok het hier volgend artikel van Ds. Klaarhamer de aandacht: Ik wensch nog enkele opmerkingen te maken naar aanleiding van het schrijven van Dr. A. Kuyper Sr., dat we in 't vorige nummer overnamen uit de Gereformeerde Kerkbode.Toen ik in 't nummer van 8 A ...
„Wij zijnheeren, wij zullen niet meer tot U komen” EN „Zie hier zijn wij, wij komen tot U”.
o geslacht, aanmerkt toch gijlieden des HEEREN woord. Ben Ik Israel eene woestijn geweest, of een land der uiterste donkerheid? Waarom zegt dan mijn volk; Wij zijn heeren, wij zullen niet meer tot U komen? Jeremia 2 : 31. Keert weder, gij afkeerige kinderen; Ik zal uwe afkeeri ...
Van de Voleinding
CXLVI. VIJFDE REEKS. VIII. Nadat hij de reinigmaking onzer zonden door zichzelven teweeggebracht heeft, is gezeten aan de rechterhand der Majesteit in de hoogste hemelen. Hebreen 1 ...
„Visschers dan menschen”.
En Jezus zeide tót hen: olgt mij na, en ik zal maken, dat gij visschers der menschen zult worden. Mark. 1 : 17.Een kenner onder wie hengelen blijft thuis, als de zonneglans de wateren beschijnt, rnaar gaat op visschen uit, als de regen begint neer te druppelen en opkomende donderkoppen den ...
Van de Voleinding.
CXLV. VIJFDE REEKS. VII. Waflt dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. 1 Corinthe 15 : 53. Ook van nog een a ...
„Laat ze het patroon afmeten”.
Gij, menschenkind, wijs den huize Israels dit Huis, opdat zij schaamrood worden vanwege hunne ongerechtigheden, en laat ze het patroon afmeten, Ezechiël 43 : 10. De. Heere onze God is de opperste Kunstenaar en Bouwmeester. Heel At Schepping i^A^^xdsücAtige producti ...
Van de Voleinding
CXLIV. VIJFDE REEKS. VI. De spijzen zijn voor den buik, en de buik is voor de spijzen; maar God zal beide dezen en die te niete doen. Doch het lichaam is niet voor de hoererij, maar ...
„Gij zijt mijn lampe, o Heere”!
Want Gij zijt mijne lampe, o HEERE, en de HEERE doet mijne duisternisse opklaren. 2 Samuel 22 : 29, Als donkerheid ons overvalt en duisternis ons omringen gaat, is het de lamp die ons hulpe biedt, om weer licht in het oog te doen vallen.Vandaar dat de lamp in Gods Woord zulk een vee ...
Van de Voleinding.
CXLIII. VIJFDE REEKS. V. Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet. Hebr. 11:1. Het beeld der dingen", 'dat Go ...