„Gebonden zijnde door den Geest.”
[PINKSTEREN 1918]. En nu ziet, ik, gebondpn zijnde door den Geest, reis naar Jeruzalem, niet wetende wat mij daar ontmoeten zal. Hand. XX: 22. Voof ons indrukwekkend Pinksteren biedt de Schrift ons geen meer aangrijpende gedachte aan ...
„Volhardende in de leer der apostelen.”
En zij waren volhardende in de leere der Apostelen, en in de gemeenschap, en in de breking des broods, en in de gebeden. Hand. II: 42. Er is in het bezielend verhaal, dat Handelingen II ons van Pinksteren biedt, ééne zinsnede waarover gemeenlijk wordt heengelezen, ...
Van de Voleinding.
CCLXXXVII. ACHTSTE REEKS. XXXII. Want God heeft hun in hunne harten gegeven, dat zij zijne meening doen, en dat zij eenerlei meening doen, en dat zij hun koninkrijk aan het Beest ge ...
Van de Voleinding.
CCLXXXVIII. ACHTSTE REEKS. XXXIII. En ik hoorde eene andere stemme uit den hemel, zeggende: Gaat uit van haar, mijn . volk, opdat gij aan hare zonden geene gemeenschap hebt, en opda ...
Van de Voleinding.
CCXC. ACHTSTE REEKS. XXXV. En ik zag den hemel geopend; en zie, een wit paard, en die daar op zat, was genaamd Getrouw en Waarachtig, en hij oordeelt en voert krijg in gerechtigheid ...
Van de Voleinding.
CCXCL ACHTSTE REEKS. XXXVI. En de overigen werden gedood met het zwaard desgenen die op het paard zat, hetwelk uit zijnen mond ging; en alle de vogelen des hemels werden verzadigd v ...
„Zelfs bij nacht onderwijzen mij mijne nieren”.
Ik zal den Heere loven, die mij raad heeft gegeven; zelfs bij nacht onderwijzen mij mijne nieren. Psalm XVI : 7. De Psalmist spreekt hier de zalige ervaring uit, dsLt niet hij eerst zijn God zoekt, om dan op xijn ootmoedige bede door Hem geholpen te worden, maar da ...
Van de Voleinding.
CCXCII. ACHTSTE REEKS, XXXVII. Want wij weten, dat, zoo ons aardsche huis dezes tabernakels gebroken wórdt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig, in de hemelen. 2 Cor ...
„Zij zagen, dat de smart zeer groot was”.
Alzoo zaten zij met hem op de aarde, zeven dagen en zeven nachten ; en niemand sprak tot hem een woord, want zij zagen dat de smart zeer groot was. Job II : 13. Uit oude dagen komt ons nog telkens het bericht toe van een geheelen leyensomkeer, die met het intreden ...
Van de Voleinding.
CCXCIII. ACHTSTE REEKS. XXXVIII. Want wij weten, dat het gansche schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe. Romeinen VIII : 22. Naast 1 Cor. X ...