„Indien gij naar Mij bragen zult met uw gansche hart.
En gij zult Mij zoeken en vinden, wanneer gij naar Mij zult vragen met uw gansche hart. Jer. 29 : 13. Dorst naar (lod is aan het vrome, Godvreezende volk niet vreemd. Voelt de ziel dat ze weer verder van haar God is afgedoold, dan mist ze den innerlijken vrede. Dan ...
Van de Voleinding.
CLXVIII. VIJFDE REEKS. XXX. En die koning zal doen naar zijn welgevallen, en hij zal zich zelven verheffen en gfroot maken boven allen god, en hij zal tegen den God der goden wonder ...
„Inwoneresse van Sion”.
Juich en zing vroolijk, gij inwoneresse van Sion, want de Heilige Israels, is groot in het midden van u. Jesaja 12 : 6. «Inwoneres" komt veel in de Profetie voor, en doelt dan op de geheele bevolking van een stad of veste. Ook de vrouwen zijn er alzoo onder begrepe ...
Van de Voleinding.
CLXIX. VIJFDE REEKS. - XXXI. Jeruzalem, Jeruzalem, gij die de profeten doodt, en steenigt die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb ik uwe kinderen willen bijeenvergaderen, gelijke ...
„Den nek en niet het aangezicht".
Die tot een hout zeggen: ij zijt mijn vader; en to. eenen steen: ij hebt mij gegenereerd; want zij keeren Mij den nek toe, en niet het aangezicht; maar ten dage huns kwaads zeggen zij: ta op en verlos ons. Teremia 2 : 27Denk bij dit harde woord niet aan 't hardnekkig zijn. Zoo komt de nek ...
„Hij moet als koning heerschen”.
[HEMELVAART 19 15]. Want hij moet als Koning heerschen, totdat Hij alle de vijanden onder zijne voeten zal gelegd hebben. 1 Corinthe 15 : 25. Jezus ten hemel opvaren in glorie had in het midden der week plaats. Vandaar dat er geen st ...
„In wiens hart mijn wet is”.
Hoort naar Mij, gijlieden die de gerechtigheid kent, gij volk, in welks hart mijne wet is; vreest niet de smaadheid van , den mensch, en voor hunne smaadreden ontzet u niet. Jesaja SI ; 7. Toen God den mensch schiep, schitterde in zijn hart de wet, de wil van zijn ...
Van de Voleinding.
CLXX. VIJFDE REEKS. XXXII. * En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor hem zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk komen zal, zal ...
„Oder alle Bleesh”.
[PINKSTEREN 1915]. En het zal zijn in de laatste dagen (zegt God), Ik zal uitstorten van mijnen Geest op alle vleesch; en uwe xonen en uwe dochters zullen profeteeren, en uwe jongelingen zullen gezichten zien, en uwe ouden zullen droomen droomen ...
„De Geest des raads en der sterkte”.
[PINKSTEREN 1915]. En op hém zaï de Geest des HEEREN rusten. De Geest der wijsheid en des • verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennisse en der vreeze des HEEREN. Jesaja 11 : 2. In Gods heilig Woord verschijnt ...