Van de Voleinding.
CCXCII. ACHTSTE REEKS, XXXVII. Want wij weten, dat, zoo ons aardsche huis dezes tabernakels gebroken wórdt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig, in de hemelen. 2 Cor ...
„Zij zagen, dat de smart zeer groot was”.
Alzoo zaten zij met hem op de aarde, zeven dagen en zeven nachten ; en niemand sprak tot hem een woord, want zij zagen dat de smart zeer groot was. Job II : 13. Uit oude dagen komt ons nog telkens het bericht toe van een geheelen leyensomkeer, die met het intreden ...
Van de Voleinding.
CCXCIII. ACHTSTE REEKS. XXXVIII. Want wij weten, dat het gansche schepsel te zamen zucht, en te zamen als in barensnood is tot nu toe. Romeinen VIII : 22. Naast 1 Cor. X ...
„En de boeken werden geopend”.
En ik zag de dooden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is ; en de dooden werden geoordeeld uit hetgene in de boeken geschreven was, naar hunne werken. Openb. XX: 12. Aangrijpend is de betee ...
„Gij vervroolijkt hem met vreugde door uw aangezicht.”
Want gij zet hem tot zegegeningen in eeuwigltóid; Gij vervroolijkt hem door\reugde met uw aangezicht. Psalm XXI:7. Het levende zielsverkeer met onzen God, dat tot in de heiligste intimiteit doorgaat, zet ten slotte ons zielsbesef over allen aardschen jammer heen, e ...
„zie, alle zielen zijn mijne”.
Zie, alle zielen zijn mijne; gelijk de ziele des vader», alzoo ook de ziele des zoon», zijn mijne; de ziele, die zondigt, die zal sterven; Ezechiël XVIIl : 4. De tegenstelling, die hier bij Ezechiël schijnbaar opkomt met het aanhangsel van het tweede gebod van den ...
Van de Voleinding.
CC. ZKSDE REEKS. XXIII. De groote%ag de!#HKEREN is nabij; hij is nabij, en zeer haastende; de jtemme van den dag des HEPKEN; de held zal •-ildaar bittertü - schreeuwen. Zlphanja 1 : ...