Heilzame dwang.
Indien de Heere eens altijd deed naar ons bidden, altijd den weg inslo'eg dien Avij aanwezlen, nooit ons in eene richting bracht tegenovergesteld aan óns inzicht, nimmer ons dwong, in het schip348 te gaan, storm ea noodgetij tegemoet .— h.oé weinig zouden wij Hem leeren kennen, hoe weinig ...
Verlegenheid.
Ik ware vergaan.Zóó heeft lonze Statenvertaling den zin van dit Schriftwoord traohlten aan te vullen en te verduidelijkten.En onzie psalmberijlming breidt dat nog uit en zin.gt: „Mijn God! waar was mijn hoop, mijh 'moed gebleven? Ik was veirgaan in al mijn smart en rouw".In z ...
Gebedsleven.
Abrabam! mer Izak dan zijn vaderVader ©n zoon toch inaken in hun leven éénzelfde oimstandig-heid door: beider huwelij'k blijft jarenlang onvruchtbaar. En nu toont in die omstandigheid Izak zich de meerdere; hij sluit niet, gelijk voorheen zijn vader ©en twe©d© huwelijk, maar „Izak bad den ...
Vernedering.
Van a Jeruzalem naar Nazareth — h'qe duidelijk ligt in de-zie .aiJdalin, g, reeds tijdens de kindsheid van Jezus, de weg van vernedering aangegeven, diem Hij heel zijja leven op aarde te gaan had.Is niet Hij^ van Wien hiier gespïoken wordt, de Koining' Israels? Méér nog: Is Hij niet de Zon ...
Zelfbedwang.
Op het eersL© hooien wiel wat teleurstellend, dat „en Hij ging miet hen af".In Jezus' mensclhelijilde ontwiklseling was .immers zulk eien heerlijl!; oogenblik gekomen. Hij' was zic!h bewTJst gewoTden, waartoe Hem ~de Vader geroepen had. Voor het 'eerst vernemen we, dat Hij met klaren bliJi ...
Het motief der heiligmaking.
„Gelijk Hij heilig is"„Want Ik ben heilig....Hoe duidelijk en sqhoon leidt de apostel hier de beweegreden en den drang tot heiligmaldng af uit God zelven. Wij * m.oeten heilig worden, omdat God heilig is.Niet om zalig te worden, niet om aan de straf te ontkomen, niet om. een ...
De roeping van Gods heiligheid.
Maar gelijk Hij, die u geroepen lieeft, heilig is.., . 1 Petrus 1: lö.Eigenaardige verbinding: Gods heiligheid en Gods ro-eping.Meestal brengen wij de roeping Gods in verband met Zijne genade, en stellen ons voor, dat er van de heiligheid des_ Heeren: 'eenó afwerende werking uitgaat ...
„Doe weldadigheid!”
Rac? iabs plaats, als zij} Israels verspieders - met vrede ontvangt, "is eeae eigenaardige.Tot Jerich^. behoort zij} niet meer.Wél woont ze er nog, maiar haar gedrag wijst uit, dat zij zich van 'het heidendom aldaar heeft losgemaakt. Zij heeft de. ongehoorzaamheid jyan haar en haar ...
„Zij zijn mijne”.
Schoon is de geloofsdaad, die Jakob op zijn sterfbed volbrengt.De zonen van Jozef zijn de takken van den aartsvaderlijken stam, welk^ytiet verst van het worlelleven verwijderd zijn. ^fe^^ in Egypteland geboren, en dreigen in het'^gyptische wereldleven onder te gaan. Door • opvoeding en omg ...
Het offer.
Aan den aanvang van de rij der geloofsdaden in dit hoofdstuli staat het offer.Dit is niet alleen in overeenstemming met de Üiistorie, welke als eerste religieuze handeling van den mensch na zijne oprichting uit den val het offer aanwijst, —' m.9, ar het is zeer bepaald ook kenmerkend VOOT ...