Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 127
,WEENTjS'IET119OVER MIJ."wrake over de zondestad worden uitgegoten, dat het kermen van doodsmart in al Jeruzalems straten zal worden. Dat moest. Dat kon niet uitblijven. Het kruis moest er zijn, om de wereld te redden, maar het kruis kon er niet komen, of het mo ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 126
„WEEXT118>'IETOTER MIJ."vergetend, om met heel zijn ziel, en met al de menschelijke deernis, het leven zijner ziel spande, in de vreeselij ke straf, die Jeruzalem wachtte, in te leven. dieMaar niemand begreep hem. Dat Jeruzalem nog eenmaal zou worden uitgemoo ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 130
„EEX122WORMEjS'MAN !"GEEïf„Zwaard, ontwaak tegen den Man, die mijn metgezel is" (13 7),;; en wiens diepst gevoelde naam daarom zijn zou „M^^' van smarien' (Jes. 53 3). Kracht, sterkte, majesteit ligt in dat Man uitgesproken. Wij allen saam, de zwakken, hu ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 131
!„EEX!!WÜKM EX GEEX MAx!"123„arme wormkens" voor onzen Grod in het stof kiniipen nu juist wil dat vermolmde bint niet! Neen, dat „vermolmde bint" geeft zich nog voor een „gaven balk" uit, en wil nog een „stut" zijn en waant, dat er wel een huis op zijn dr ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 132
van dagen, dat is elke vrije en dienstbare, die eerst zichzelf wou handhaven, en dacht „Zóó is het goed, Jeztm de worm en ik de man'" en over wie toen de Heilige Greest is gekomen, om dat booze hooge hart te kneiizen, te slaan, te breken tot het eindelijk zichzelf als een arm wormpke kennen leerd ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 133
XXYI. „^ij ïinii^igbenIjEiii."En toen zl) kwamen op de plaats, genaamd Hoofdschedelplaats, kruisigden zij hem aldaar. Luk. 23 33a. :In het achtste regeeringsjaar van keizer Tiberius, tien jaren vóór Grolgotha, was er een Henaatsconsult uitgevaardigd, bepalende, dat allerwegen ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 134
126de„ZIJtouwen endekanneKEUISIGDEX HEM.gemyrredewijn,en de kan met edik.Enzoo ging het naar Grolgotha op weg. Spade en spijkers, touw en kan droegen de soldaten, maar den kruispaal moest Jezvis zelf dragen. Dat liruis m ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 138
XXVII. «3tc5U^ te ïianing ber ^JübEii."En zij stelden boven zijn hoofd zijne beschuldiging geschreven: Deze is Jezus, de Koning der Joden. Matth. 27 37. :den oogensehijn der wereld stelt wie Keizer' is, alle Koningen schaduw. Eerst in den Kei~er-\.\X.<A vindt een machtige monarch ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 136
En toch, ook ak dit aangrijpende tafereel ons klaar en zakelijk voor oogen staat, beelde zich niemand in, dat dit alles was. Ja, haast zouden we zeggen, wie dat alles als voor oogen zag, zag nog slechts een stukske van wat er op Grolgotha wezenlijk plaats greep.Er was op Grolgotha nog zoov ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 135
„ZIJKRriSIGDEN HEM."127En toen was hij gekruisigd, en namen ze de kan met gemyrreden wijn, om hem te bedwelmen, opdat het lijden des stervens aan dien paal niet te vreeslijk zou zijn. Maar Jezus weigerde. Het smartgevoel van het lijden mocht geen oogenblik worden verdoofd. ...