Studentenalmanak 1904 - pagina 150
J 46 Hoe steekt die blankheid af tegen de zwarte lucht! 't Ispure eenvoud; neen, 't is onnoozelheid! Een scheepje waagtzich koelbloedig tusschen die groote vijanden. Zij koken enbruisen en schuimen, toonen afgronden en hoogten. Zachtje ...
Studentenalmanak 1904 - pagina 151
SsTT^aam.M iet lang geleden gaf mij een vriend, die reeds eenige jaren de academie heeft verlaten on nu als advocaat werkzaam is, het volgende verhaal, door hem in zijnstudententijd ondervonden en te boek gesteld. ...
Studentenalmanak 1904 - pagina 152
148 De vervulling k'wam opdagen in den persoon van mijn vriend — nomina sunt odiosa — „de Planeet". Zoo werd hij door zijn intimi genoemd. Waarom hij de Planeet is ? Om de zelfde reden als waar-om alle planeten planeten zij ...
Studentenalmanak 1904 - pagina 153
149 hoorde ik hem zoo graag. Hij kon zoo genoegelijk door- draven. Maar ik voelde dan ook zoo zijn vriendenhart, dat slechts noode uit deze wereld der amicaliteit scheiden zou. „Geloof je wel", zeide hij, na een lange lofrede op zi ...
Studentenalmanak 1904 - pagina 154
150 ,,Dat weet ik niet, meneer, 't Jongetje heeft het niet ge-zegd en ik heb vergeten het te vragen." „'t Zal een beer zijn," zeide de Planeet met overtuiging. Dina vertrok. En omdat ik het moeilijk op 't adres lezenkon, wie ...
Studentenalmanak 1904 - pagina 155
151 De Planeet sprak gedecideerd. En wat hij zei was waar.'t Zou misdadig geweest zijn om niet zoo spoedig mogelijkde Groot te gaan bezoeken. 't Was kwart voor elven. We staken ons er warmpjes in en gingen de trap af, de ...
Studentenalmanak 1904 - pagina 156
152de Groot, en van daar in de alkoof, waar de zieke lag. Hetscheen, dat hij sliep. Hij was in één woord leelijk. In zijn gezonde dagen zaghij er al naar uit, maar nu zijn gezicht zoo was vermagerden zijn baard gedurende eenig ...
Studentenalmanak 1904 - pagina 157
153 We spoorden hem aan zich maar zoo kalm mogelijk tehouden en vooral niet te veel te praten. We beloofden hem,dat we dien nacht blijven zouden. De Planeet en ik spraken af, dat we om de beurt in dehuiskamer op de canapé t ...
Studentenalmanak 1904 - pagina 158
1.54 De Planeet keek me angstig aan. "We wisten niet goed, wat te zeggen, en poogden den lijder gerust te stellen metde dwaze verzekering, die op niets gegrond was, dat hijniet zóó erg ziek was, dat hij vast spoedig beteren zou. ...