Parlementaire redevoeringen - pagina 453
DE MISDADIGE WOELING.451wanneer iiij en zijn geestverwanten zich een doel voor oogen stellen, dat in hun oog goed en prijselijk is, zij ook de middelen mogen aanwenden om dat doel te bereiken, ook al weten zij vooraf, dat er slachtoffers zullen zijn van die middelen. Daarop antwoord ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 454
ZITTING 1903—1904.452WETSONTWERPtot wijziging van de Gemeentewet: Benoembaarheid van vrouwen tot Burgemeester, Secretaris en Ontvanger Het feminisme — De eedsquaesiie — Ontslag Bevolkingsregister en burgerlijke stand — Benoemingen Verdeeling van kosten tusschen Rijk en Gemeen ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 452
ZITTING 1903—1904.450zoude hebben gezegd, dat de oorlog tegen Atjeh een heilige oorlog was. Ik zou dien geachten afgevaardigde willen verzoeken, daarvan het bewijs te leveren. Tot tijd en wijle dat bewijs geleverd is, laat ik die woorden voor zijn rekening, en neem ik ze niet voor d ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 455
BENOEMBAARHEID VAN VROUWEN.453ook van ons volk wel eens een gebruik van haar macht heeft gemaakt, om aan de vrouw eene mindere positie te geven dan waarop zij aanspraakvanditMijnerzijds wil ik het wel uitspreken, dat er ten aanzienheeft.vraagstuk e ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 456
ZITTING 1903—1904.454ook op dien grond, dat amendement zou kunnenWaaropikgeen gevalinde aanneming van datinberusten.steunt echter mijn overtuiging, dat de tegenwoordigeGemeentewet de benoembaarheid van de vrouw tot burge ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 457
BENOEMBAARHEID VAN VROUWEN.455„Nederlander"voorgeplaatst is. Zouden de heeren daaruit nu de Regeering conform de Grondwet zou handelen, wanneer voorstelde, den vrouwelijken dienstplicht in te voeren ? Daar ter plaatsenietafleiden, dat zijwordt geze ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 459
BENOEMBAARHEID VAN VROUWEN. kon,457gerechtvaardigdis. Alleen zij er op gewezen, hoe nu juist is wanneer de heeren te beslissen hadden, die dezen morgen het woord hebben gevoerd, zij tegen de benoeming van eene vrouw als burgemeester niet zouden opzien en dat zij dus de vrouw ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 460
ZITTING 1903—1904.458 artikelenalzoovanwetdezelfisbevestigd en vastgelegd, zich verzet enopvatting van de wet ingaatdetegenen wikkelt zichmet zich zelvenin allerlei—in allerleite ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 458
ZITTING 1903—1904.456kan bestaan tusschen den burgemeester en de leden van den raad; en de heeren, die de vrouw benoembaar achten volgens de Gemeentenietzullenwet,denken,mandatmoetentochmijtoegeven,hetdat ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 461
BENOEMBAARHEID VAN VROUWEN.459Daar is meer. Wanneer de heeren op de hoogte leven is. van de jongste literatuur over het feminisme, ik zeg niet hier het land, maar in het buitenland dan zullen zij ook weten, hoe feminisme dezen bodem van het bekleeden van betrekkingen, hetsoci ...