1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 91
83richt, waarvan ik enkele, de voornaamste, in 't kort zal mededeelen. De eerste vraag, die zich voordeed na het bekend worden van dit feit, was deze, of de eigenaardige anaphylactische reactie alleen aan het diphtherietoxine toekwam, dan wel, of ook andere georganiseerde giften eene analo ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 92
84II. Het wezen der anapliylaxic. Het best zullen wij het wezen der anaphylaxie kunnen bespreken, wanneer wij ons eerst bepalen bij de overgevoeligheid, welke het dierlijke organisme vertoont ten opzichte van eiwit, dat van een andere soort als het zijne afkomstig is, en parenteraal wordt ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 93
85 lieid anti-lichamen plotseling. Bij deze ontleding worden intermediair allerlei stoffen gevormd, die waarschijnlijk dezelfde zijn als bij de vertering in den darmwand (peptonen,etc.) En zekere groepen van deze spiitsingsprodukten werken blijkbaar, nu zij in de bloedbaan niet giftvrij kunnen wo ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 94
86 Gesteld, het betreft hier een proefdier, dat in hooge mate immuun is tegenover diphtherie-toxine. Spuit men nu nog meer toxine (eene kleine dosis) in, dan zullen er voldoende antilichamen reeds circuleeren om dit gif te binden. Die anti-lichamen zijn, zooals bekend is, door bepaalde celgroepen ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 95
87 hoeveelheid antigeen inspuit; dit antigeen wordt óf ontleed en werkt zoo giftig; óf het wordt door de weefsels vastgehouden, en tengevolge daarvan komt een stoornis in het gansche samenstel van antigeen en anti-lichamen, waardoor de oorspronkelijke toxinen vrij komen, en nu, daar ze thans hoog ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 96
88 bacteriën-vergiften, maar van eene meer of mindersnelle resorbsie.of eene meer of minder intensieve vorming van anaphylatoxine, dat in de weefsels van een individu moet ontstaan, dat aangevallen wordt door eene patfiogene microbe. Iedereen begrijpt dadelijk het gewicht van deze hypothese. Ware ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 97
89 woonlijk eerst vermeerderen, zal geleidelijk meer eiwit parenteraal in het lichaam van den kranke komen. Anaphylatoxinen zullen dan ook worden gevormd. En deze anaphylatoxinen zouden nu den aard, den ernst, het verloop, kortom het gansche beeld der onderhavige infectie bepalen. Al naar de conc ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 98
90 En is de parenteral toevoer van eiwit ongelijk, dan is het ziektebeeld zeer verschillend, ook al wordt dit door ééne en dezelfde bakterie teweeggebracht. Bijv. de tuberkelbacil kan chronische algemeene tuberculose, en zeer acute (miliair) tuberculose veroorzaken. Waarom ? Omdat de vorming van ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 99
91 treffende sera tegen infektieziekten te bereiden, dan thans nog mogelijk is. Een algemeen anti-anaphylactisch serum zoude (ten minste in den zin redeneerende als FRIEDBERGER wil) reeds voldoende zijn, om de meest verschillende infecties te bestrijden. Doch de praktijk heeft waarlijk wel geleer ...
1910-1911 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 100
92 zitten. Dit is onwaarschijnlijk, zoolang het tegendeel niet is bewezen. Resumeerende, dan zien we dus, dat deze theorie uit een praktisch oogpunt gansch en al niet kan voldoen. Ze houdt geene rekening met alle reeds vroeger bekend geworden feiten. Ze is onwaar. Doch afgezien van de principieel ...