1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 161
155 Wales ontdekte wandteekeningen uit den ouderen steentijd is boven reeds gesproken.Met het oog op het medegedeelde willen wij ten slotte nog een korten blik werpen op de palaeolithische of diluviale bewoners van west- en middel-Europa en ons een denkbeeld trachten te vormen van hunne le ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 162
156 voortbestaan na dit leven aannamen ; men zou dit namelijk kuneen opmaken uit het feit dat sommige der gevonden beelden veel van afgodsbeelden hebben en dat aan gestorvenen sieraden en wapenen meegegeven werden in het graf. De volksstammen of rassen van den diluvialen tijd stonden echter niet ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 163
157 wenkbrauwbogen, een breede neus, krachtige kaken en tanden en een weinig of niet vooruitstekende kin zijn de belangrijkste kenmerken van dit ras. Na den hoofdijstijd schijnt het langzamerhand verdwenen te zijn. Weliswaar is het aantal ouddiluviale schedels, die onbetwistbaar echt zijn, vrij k ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 164
158Waren nu de Neanderdaiers apen of menschen ? Het eerste durven zelfs de voorstanders van de dierlijke afstamming van den mensch niet beweren; tot het laatste kunnen zij ook niet besluiten en nu moet het woord aapmensch dienst doen om hun wetenschappelijk geweten gerust te stellen. Geen ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 165
159 dan tot een interessanten wetenschappelijken strijd aanleiding geven onder de leuzen : „van bacil tot mensch" en „van mensch tot bacil." Middelerwijl doen wij zeker het verstandigst met de Neanderdalers, evengoed als de Papoea's en de Nieuwhollanders eenvoudig voor menschen, zij het dan ook v ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 166
160Door velen wordt nog een derde diluviaal menschenras aangenomen, namelijk het Cro-Magnonras of ras der Rendierjagers, zoo genoemd naar de bekende grot van Cro-Magnon, waar een rendierwervel met een steenen pijl daarin gevonden werd. Tot dit ras, dat uitmuntte door een schoonen lichaamsb ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 167
161 men nu het kleedingstuk van voren dicht maken, dan werd ieder dezer pennen door de opening of door een der openingen van den kommandostaf gestoken. Vooral op grond van den lichaamsbouw hebben sommigen gemeend dat de rendierjagers van Cro-Magnon na de laatste ijsbedekking met het rendier naar ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 168
162 Lesse niet ver van Dinant gevonden werden, eene grootte bereikten van 1.53 tot 1.62 meter'en veel op de tegenwoordige Laplanders geleken, behooren hoogst waarschijnlijk tot de neolithische steenperiode en behoeven dus hier niet verder besproken te worden. W. H. NiEUWHUIS. KAMPEN,Septem ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 169
INHOUD.Bladz.Dr. J. H. ScHUURMANS STEKHOVEN, Een uitstap op het gebied der Statistiek 1 Dr. D. SCHERMERS, Over de Wet van Weber 21 Dr. J. H. SCHUURMANS STEKHOVEN, Aanleg en omgeving . 41 Dr. W. H. NiEUWHUiS, Over de diluviale gletscherijs-theorie van Torell 65 Prof. Dr. L. BOUMAN, F ...