1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 41
33 Ten onrechte heeft men gemeend, dat FECHNER hierbij zou gedacht hebben aan een bepaald causaal verband, alsof het stoffelijke langs directen weg in het geestelijke zou overgaan. Hij erkende wel degelijk, dat beiden een geheel verschillend karakter hebben en dat er daarom hoogstens van een indi ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 42
34 te bewijzen, dat het proces in het corticale centrum nog volkomen evenredig is met den prikkel in het periphere zintuig. EBBINGHAUS noemt deze opvatting niet alleen volkomen willekeurig, maar bovendien ook zeer onwaarschijnlijk. Een steun voor zijne verklaring zocht FECHNER in het verschijnsel ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 43
35het kort moeten beide opvattingen nader worden toegelicht. Reeds meermalen werd er op gewezen, dat WEBER zich enkel hield aan de opvatting, dat het verschil van twee prikkels evenredig met de grootte van de oorspronkelijke prikkels moet toenemen, indien men gelijk bemerkbare verschillen ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 44
36deze verschillen. WUNDT meent, dat men niet in staat is, den inhoud van het bewustzijn op zich zelf te beoordeelen, maar dat men altijd eene zekere vergelijking tracht te maken met een anderen bewustzijnsinhoud, die daarvoor in aanmerking komt. Waar nu de gewaarwordingen een analogen inh ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 45
37verhouding nog veel sterker en moet zelfs onder gunstige omstandigheden de prikkel met Vg tot Vio toenemen. Wanneer nu de gewaarwordingen steeds naar hunne onderlinge verhoudingen worden opgevat, hoe komt het dan, dat zulke geheel verschillende verhoudingen ontstaan ? dat men ook bij dez ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 46
38proces, dat ten gevolge van een bepaalden prikkel ontstaat, is niet enkelvoudig, maar bestaat uit een schakel van meerdere leden. Het ontstaat immers in een peripheer zintuig, wordt van daar voortgeleid naar de groote hersenen en staat hier niet zelden met meerdere centra in verbinding. ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 47
39 EBBINQHAUS voert echter nog andere argumenten aan voor de physiologische opvatting van de wet van WEBER. Hij neemt aan dat in de zintuigen een eigenaardige voorkeur bestaat voor prikkels van middelbare sterkte; dit zou samenhangen met de aanwezigheid van bijzonder omzetbare stoffen in de nerve ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 48
40 verklaring van de wet van WEBER een groote, zoo niet de grootste, rol moet spelen. Zooals reeds werd opgemerkt, is de wet van WEBER van het grootste belang voor ons geestelijk leven. Het bestaan van een prikkeldrempel of drempelwaarde spaart ons bewustzijn voor een ontzettend aantal prikkels, ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 49
Aanleg en omgeving. ')In het leerboek der physiologische scheikunde van VON BUNGE, dat voor ruim 20 jaar, toen ik met deze studie in het bijzonder bezig w^as, voor het eerst verscheen en veel opgang maakte, worden het kiezelzuur en het koolzuur geschetst als: „die beiden Qrossmachte beim B ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 50
42ook groote mogendheden — en wel op het terrein van het organische leven — kunnen worden genoemd. Ter voorkoming van misverstand merk ik op, dat niet minder belangrijk zijn de zuiver geestelijke factoren, welke ik echter in het vervolg van dit artikel buiten beschouwing laat. Onder aanleg ...