1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 51
47 D c astronomisch-physische hypothese.De zon in het centrum van de aardbaan of de aarde in het centrum van de zonnebaan is ook hetzelfde ervaringsfeit, maar beide be schouwingen voldoen aan de eisch van eenvoud, zoodat uit „astro nomisch” oogpunt de stelsels van Copernicus en Tycho gel ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 52
48zakelijk is hieraan de opvatting te verbinden, dat de zon stil staat. Om te begrijpen waarom Copernicus dan ..speciem pro genere” genomen heeft door de zon bovendien in het centrum der wereld te plaatsen, moeten we van de astronomie naar de physica of cosmographie overgaan, zegt Kepler. ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 53
49voet verzetten zonder dat er een wonder gebeurt. Gelooft men alleen het gezicht en gebruikt men niet rede en gezond verstand, dan be wegen, als wij wandelen, de bergen t.o.v. elkaar en komen naar ons toe. Patricius’ wijsheid is die van iemand, die door het venster naar grazende koeien k ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 54
50ziene pogen uit de getallen als zoodanig iets af te leiden 40). Hij geloofde tenslotte de oplossing gevonden te hebben: het doel van zijn eerste werk, het Mysterium, was vooral aan te toonen, dat de Schepper bij de schepping op de 5 regelmatige lichamen lette en aan hen natuur, getal, ve ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 55
51Ptolemaeus verdedigt, beroept hij zich op het natuurlijk licht der rede, dat eischt, dat het Gode waardiger is dat alle bewegingen uit één bron vloeien dan dat de zon aan een onedeler lichaam (de aarde) zijn beweging zou ontleenen 4<i). W at verstaat Kepler nu onder dit „natuurlijk li ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 56
52heid met God geweest 53); zij zijn exemplariter in de zielen die naar God’s beeld geschapen zijn, daarin stemmen de heidensche philosofen en de doctoren der Kerk overeen 54), zegt Kepler. God drukt zijn eeuwige Idee en Wezen af in de schepping; de mensch, die God’s beeld is, kan dus een ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 57
53kunnen komen. W ant G öd heeft Zijn Wezen in de schepping uit gedrukt. dus maat en getal er in gelegd, maar tevens den mensch zóó geschapen, dat hij dit Wezen zou kennen. Kepler breekt zich het hoofd niet over de schaduwachtigheid van de wereld t.o.v. het ware Zijn, maar aanvaardt de re ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 58
54zijn afleiding apriori gaat hij uit van de H. Drieëenheid. W el moet men volgens hem door onderzoek der natuur tot lof en aanbidding van den Schepper komen, maar juist zijn geloof, dat hij in de natuur het werk van God’s vinger zou zien, gaf hem de volharding, die leidde tot dat natuuron ...
1939 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 60
ANNOTATIES.4) Men denke aan het verschil in standpunt tusschen Max Planck en Pascual Jordan, die resp. verklaring en beschrijving als taak der natuurwetenschap zien. Over Mach en Jordan: G. J. Sizoo, Het positivisme van Ernst Mach en de ontwikkeling der mo derne physica. Orgaan 1937, p. 1 ...