Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 51
48 •v'erband gelegd. Tot het dooreenvlechten dezer twee, tot eene ware eenheid, wist men niet te komen. Het recht was geen recht; de macht hield op macht te wezen, zoo daaraan het karakter van het absolute ontbrak. Het G-ermaansche recht heeft volgens Ahrens deze eenzijdigheid gemeden ^). Naar vo ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 52
44 van deze plaats beproefd. Volgens Saalschütz ') spreekt de tekst in het algemeen van der dieren jongen. Voorts acht hij het verkeerd nadruk op de slotwoorden te leggen. Toch ziet ook hij de voorname beteekenis dier bepaling hierin, dat bij het gebruik van 'sHeeren schepping rekening zal gehoud ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 53
4& óog Waarop Hij aanleg en vermogen schonk of onthield. De instrumenten, waarvan zich de Heere voor het vormen van den Bijbel bediend heeft, waren door Hem daartoe bereid. De gezonde ontwikkeling van een volk moet lijden, zoo in een of ander opzicht de krachten, die het leven eischt, te zeer ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 54
46 „Grij zult ook eenen os, of klein vee, hem en zijn jong, op éénen dag niet slachten." (Lev. XXII: 28) „Wanneer een os, of lam, of geit zal geboren zijn, zoo zal die zeven dagen onder zijne moeder zijn; daarna, van den achtsten dag en daarover, zal hij aangenaam zijn tot offerande des vuuroffer ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 55
•47 steenen. Daarmee werd alle middel tot levensonderhoud benomen; „hij neemt de ziel te pand." (Deut. XXIY:6) Zoo vestigden we dan op tweeërlei beperking de aandacht. De eerste voortvloeiend uit de door den Heere aan het geschapene gegeven bestemming, en de bedoeling tot het houden der grenzen, ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 56
48wat in leen ontvangen werd, soms met het dubbele moeten worden vergoed (Exod. XXII : 9), maar is hetgeen in bewaring gesteld werd, gestorven, verzeerd of weggedreven, dan moet de en er een doodelijk verderfis, zoo zal men geven „ziel voor ziel" (Exod. XXI: 22 en 23); 2». heeft iemand valschheid ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 57
4Ö eigenaar den eed aannemen, dien de ander zweert, dat hij niet zijne hand aan des naasten have heeft gelegd (Exod. XXII : 10 en 11). Wordt een dief bij nacht op heeterdaad betrapt, zoo is noodweer geoorloofd, en al wordt hij geslagen, dat hij sterft, het zal geene bloedschuld zijn (Exod. XXII: ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 58
èo overbrengen van wat onder Israël gold op het burgerlijke leveü van andere tijden moet zeker niet dan met de meeste omzichtigheid en zonder oppervlakkig copieeren geschieden, maar nochtans is het stellig waar, dat wie voor het vermogensrechtelijk verkeer onzer dagen oprechtelijk begeert 's Heer ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 59
51 volgg.; 11 en 12); mag ieder in zijns naasten wijngaard druiven tot verzadiging eten; met de hand aren van eens anders staande koren plukken (Deut. XXIII: 24 en 25); en acht Kübel het niet onmogelijk, dat in de betrekkelijk matige straf, op diefstal gesteld, ,,Etwas von der G-esammtberechtigun ...
Mozaïsch en Romeinsch recht : eene vergelijkende rechtsstudie - pagina 60
52 ais algemeene regel gesteld wordt, de bedoeling, dat ook voof de familie in engeren zin niet verloren ga wat zij eens bezat, gelijk dit ook door de overige bepalingen omtrent de erfopvolging bevorderd wordt '). Doch ook blijkt in ander opzicht, hoe weinig het eigendomsrecht onder Israël als ee ...