Johannes Maccovius - pagina 323
311kan: „Verum ego non video Nam voluntas bene facturi applicato an est beneficium? aut quoabsque beneficio mihi gedachte onmogelijk juistquomodozijnconstare posset.idmodo voluntas cuiusquamcognosci potest, nisi extern amaliquod eius detur i ...
Johannes Maccovius - pagina 324
312ons eenigszins op de hoogte stellen van den inhoud van Lubbertus' Theses aangaande deze quaestie. Hiertegenover nu verdedigde Maccovius eerst in het algemeen de Thesis „Nulla gratia Dei est sufficiens, quae simul non sit efficax." ') Zooals we zagen onderscheidde Lubbertus zij: ...
Johannes Maccovius - pagina 325
813nonillifuissent ferrei plane, eosmovere potuissentCerte qui haec omnia adhibuit, et extra culpam tibussuis itadefunctusest,par-est, etut nihil omisisse censeatur:hominum more cum hominibusDeusigit ...
Johannes Maccovius - pagina 326
314 3:9, en zeggen, daar staat dan tocheenigen verloren gaan,maar datzij:„niet willende, dat allentot bekeeringkomen." Maar Maccoviuswijst er op, dat dit slechts de en dat men niet weglaten mag, wat er vlak aan voorafgaat: „Maar is lankmoedi ...
Johannes Maccovius - pagina 328
316wetenschappelijk karakter der Godgeleerdheid te kort/' ^) Ik constateer alleen dat Maccovius in deze twee puntentegenover Amesius het zuivere gereformeerde standpunt verdedigde.wasAnderszinserook nog oneenigheid van gevoelenom slechts op enkele ...
Johannes Maccovius - pagina 327
HOOFDSTUKIII.De Polemiek van Maccovius en Amesius. §Zooalswe1.Inleiding.reeds zagen bleef de goede verstandhoudingtusschen Amesius en Maccovius niet lang duren. Er—kwamkwamvan beschouwingen en inzichten, en weldra ...
Johannes Maccovius - pagina 330
318Theologicnm miscellanearum Quaestiouum, Anno1625. Dis-putatio decimatertia.Van Lutherschezijdewerdhij,en anderen met hem, opdien grond beschuldigd niet te gelooven aan de ontwijfel-bare waarheid van Gods Woord, en contradict ...
Johannes Maccovius - pagina 331
319 het eeuwige leven zou erlangen. Dat bleek echter aldrahijhij moest iets onwaars gelooven. ^) zjjn. Ergo Hierop antwoordt Amesius: „condionaliter debebat credere" ^); waarop Maccovius beweert dat zulks niets ter zake doet, dat dit slechts een verschuiven van de quaestie is, want ...
Johannes Maccovius - pagina 329
317 Ik wensclidaaromalleen die twisten te behandelen, diewaar Curatoren en Gedepumee hebben ingelaten en waarvan gelukkigzelve officieel behandeldteerden zichzijn,de bescheiden nog aanwezig zijn. Het eerst komt daarbij chronologisch aan de orde het ...
Johannes Maccovius - pagina 332
320den val gelooven dat hij alsnu in eigen persoon aan den eeuwigen dood zou worden prijsgegeven. Dat bleek echter van achteren niet zoo te zijn. Ergo: hij moest iets onwaars gelooven.^)Amesius antwoordt op covius,datGrodstiawasAdamdi ...