
„Bind de getvigenis toe”.
Bind het getuigenis toe. Verzegel de wet onder mijne leerlingen. Jesaja 8 : 16. Er kan een zoo eiken geestelijken band losrafelende verwildering intreden, dat Gods volk ïich ten slotte geheel van de breede schare moet afzonderen.Zoo verging het Israel ook in ...

„Voor uw verootmoedigen".
Ook, hebt Gij mij gegeven het schild Uws heils, en door Uw verootmoedigen hebt Gij mij groot gemaakt. 2 Sam. XXII : 36. David's eerste Koningsjaren waren een periode van harden strijd, en het was de eindtriomf iu dien strijd, die hem Psalm 18 ontlokte, «toen de Hee ...

„Niemand dan die het merkteeken heft”.
En dat niemand mag koopen ofverkoopen, dan die datmerkteeken heeft, of den naam van het Beest; want het is een getal eens menschen; en zijn getal is zes honderd zes en zestig. Openb. XIII : 17. Scherper dan in lange jaren richt zich veler opmerkzaamheid thans weer ...

„Stijf van voorhoofd”.
Maar het huis Israels wil naar u niet^hoóiren, omiiat zij naar Mij niet willen hooren; want het gansche huis Israels is stijf van voorhoofd, en hard van harte zijn zij. Ezechiël 3 : 7. Israel stond in oorlogstoestand, en toen heeft de Heere Israel in zijn zondig zi ...

„In hun hart grijpen”.
Opdat Ik het huis Israels in hun hart grijpe, - dewijl zij allen door hunne drekgoden van Mij vervreemd zijn. Ezechiël 14 : 5. Sterk spreekt reeds in het Oude Verbond het getuigenis der Schrift tegen alle voorstelling, alsof wat te komen staat, afhing van ons verst ...

„Nederwaarts wortelen”.
III (Slot.) Want het ontkomene, dat overgebleven is van den huize Juda, zal wederom nederwaarts wortelen, en zal opwaarts vrucht dragen. 2 Kon. 19 : 30. Dit inwortelen van onze ziel in den geestelijken levensbodem, die van God uitstr ...

,,Doende Israel zondngen."
Om zijne zonden, die hij gezondigd had, doende wat kwaad was in de oogen des HEEREN, wandelende in den weg van Jeróbeam, en. in zijne zonde, die hij gedaan had, doende Israel zondigen. 1 Kon. 14 : 19. Van Zimri, een . onheilig vorst uit Israel, meldt de Schrift ons ...

„Geestelijke dingen met geestelijke saamboegend.”
Dewelke wij ook spreken, niet met woorden die de menschelijke wijsheid leert, maar met woorden die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke lamenvoegende. 1 Cor. 6 : 13. Het wonderbare in den mensch blijft steeds, dat hij niet eeniglijk als de eng ...

„Uw Koning komt en hij is een Heiland”.
[ADVENT 1913]. Verheug u zeer, gij dochter Sions, juich, gij dochter Jeruzalems. Zie, uw Koning zal u komen, rechtvaardig, en hij is een Heiland; arm, en rijdende op eenen ezel, en op een veulen, een jong der ezelinnen. Zacharia 9 : 9. ...

„En zoo niet”.
Maar zoo niet, u zij bekend, o koning, dat wij ü^(^e goden niet zullen eeren, noch het gouden beeld, dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden. Daniël 3 : 18. »En zoo niet« is krachttaai.De geweldenaar mint ze. De bandiet zet den reiziger, dien hij ontmoet, h ...