„Heere, Gij hebt mij oberreed”.
HEERE, Gij hebt mij overreed, en ik ben overreed geworden; Gij zijt mij te sterk geweest, en hebt overmocht. Ik ben den ganschen dag tot een belachen, een ieder van hen bespot mij. ]tr. 20: 7. In maar al te breeden kring leeft wel een vroom besef, dat we van God de ...
Van de Voleinding
CXXII. VIERDE REEKS. XXIII. Want gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den hujk van den walvisch, alzoo zal de Zoon des menschen drie dagen en drie nachten wezen in net har ...
„Geheel bedroefd tot den Dood toe”.
Toen zeide hij tot hen: Mijne ziele is geheel bedroefd tot den dood toe; blijft hier en waakt met mij. Matth. 26 : 38. Met al de Christenheid belijden ook viij, en onze kinderen, dat het Kruis van Golgotha zijn donkere schaduw achterwaarts op heel het aardsche leve ...
Van de Voleinding
CXXIV. VIERDE REEKS. XXV. Verwondert u daar niet over; want de ure komt, in welke allen, die in de graven zijn, zijne stemme zullen hooren; En zullen uitgaan, die het goede g ...
Van de Voleinding
CLXII. VIJFDE REEKS. XXIV. Maar zij hadden alleenlijk gehoord dat men zeide: egene, die ons eertijds vervolgde, vér-i kondigt nu het geloof, hetwelk hij eertijds verwoestte. Galaten 1 : 23.Paulu ...
Van de Voleinding.
CLXIII VIJFDE REEKS. XXV. Te roemen is mij waarlijk niet oorbaar; want ik zal komen tot gezichten en openbaringen des Heeren. 2 Cor. 12 : 1. Op zichzelf zou men verwacht ...
Van de Voleinding.
CLXVI. VIJFDE REEKS. XXVIII. En Hij zal op dezen berg verslinden het bewindsel des aangezichts, waarmede alle volkeren bewonden zijn, en het deksel, waarmede alle natiën bedekt zijn. Jes. 25 : 7, ...
Van de Voleinding.
CLXVII. VIJFDE REEKS. XXIX. Daarom, al wat zij u zeggen, dat gij houden zult, houdt dat en doet het; maar doet niet naar hunne werken; want zij zeggen het en doen het niet. Matth. X ...
Van de Voleinding.
CLXVIII. VIJFDE REEKS. XXX. En die koning zal doen naar zijn welgevallen, en hij zal zich zelven verheffen en gfroot maken boven allen god, en hij zal tegen den God der goden wonder ...
Van de Voleinding.
CLXIX. VIJFDE REEKS. - XXXI. Jeruzalem, Jeruzalem, gij die de profeten doodt, en steenigt die tot u gezonden zijn, hoe menigmaal heb ik uwe kinderen willen bijeenvergaderen, gelijke ...