Van de Voleinding.
CXLI. VIJFDE REEKS. III. Want ook wij, die in dezen tabernakel zijn, zuchten, bezwaard zijnde; nademaal wij niet willen ontkleed, maar overkleed worden, opdat het sterfelijke van he ...
„Ik dank u, Heere. dat Gij toornig op mij geweest zijt”.
En te dienzelve dage zult gij zeggen: Ik dank U, HEERE, dat Gij toornig op mij geweest zijt; maar uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij. Jesaia 12 : 1. Ook nu weer is het de toorn Gods, die over ons zoo hoog staand werelddeel is uitgegaan.Europa is het do ...
Van de Voleinding
CXLII. VIJFDE REEKS. IV. Eer de bergen geboren waren... zijt Gij God. Ps. 90; 2. De Troon Gods, de rechterhand Gods, de woonstede Gods kan niet gerekend worden onder de ...
Uit de Pers.
In de Waarheidsvriend wordt in een reeks artikelen, degelijk van inhoud, in historischen trant de vraag te berde gebracht, of de Kerk onzer vaderen al dan niet een Gereformeerde kerk was en of de Ned. Herv. Kerk op gelijken eeretitel aanspraak kan maken.Het tweede uit die artikelen nemen w ...
„Laat ze het patroon afmeten”.
Gij, menschenkind, wijs den huize Israels dit Huis, opdat zij schaamrood worden vanwege hunne ongerechtigheden, en laat ze het patroon afmeten, Ezechiël 43 : 10. De. Heere onze God is de opperste Kunstenaar en Bouwmeester. Heel At Schepping i^A^^xdsücAtige producti ...
Van de Voleinding
CXLIV. VIJFDE REEKS. VI. De spijzen zijn voor den buik, en de buik is voor de spijzen; maar God zal beide dezen en die te niete doen. Doch het lichaam is niet voor de hoererij, maar ...
„Gij zijt mijn lampe, o Heere”!
Want Gij zijt mijne lampe, o HEERE, en de HEERE doet mijne duisternisse opklaren. 2 Samuel 22 : 29, Als donkerheid ons overvalt en duisternis ons omringen gaat, is het de lamp die ons hulpe biedt, om weer licht in het oog te doen vallen.Vandaar dat de lamp in Gods Woord zulk een vee ...
Van de Voleinding.
CXLIII. VIJFDE REEKS. V. Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet ziet. Hebr. 11:1. Het beeld der dingen", 'dat Go ...
„Visschers dan menschen”.
En Jezus zeide tót hen: olgt mij na, en ik zal maken, dat gij visschers der menschen zult worden. Mark. 1 : 17.Een kenner onder wie hengelen blijft thuis, als de zonneglans de wateren beschijnt, rnaar gaat op visschen uit, als de regen begint neer te druppelen en opkomende donderkoppen den ...
Van de Voleinding.
CXLV. VIJFDE REEKS. VII. Waflt dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. 1 Corinthe 15 : 53. Ook van nog een a ...