Parlementaire redevoeringen - pagina 474
ZITTING 1903—1904.472zoo langen termijn zal loopen, dat men geen tijd heeft, daarop te wachten. Daartegenover zou ik pertinent willen vragen, of dit zóó bedoeld is, dat, wanneer ik een termijn noem, de geachte afgevaardigde zijn amendement zal intrekken. Zoo neen, wat heb ik dan aan ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 472
ZITTING 1903—1904.470Regeering daarin niets anders kunnen zien dan eene handeling van de met het oog op de verklaring, dat de zaak principieel Kamer, die haar uit den aard der zaak niet aangeaan de orde zal worden gesteld—naam kan—zijn.Handelingen, ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 473
DE EEDSQUAESTIE. opinies van rechts en van van volk en land. Ik wil mij471links en tot het schadedaarom geheeldoen aan de zakenop de lijn, waarop de heer Die geachte afgevaardigde heeft ver-blijven bev/egenSmidt zich zoo zuiver gehoudenheeft ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 477
DE EEDSQUAESTIE.475zuiveringseed nooit opzettelijk bijgevoegd gezindheid", endienstige krijgen,-zonderbijvoegingtewijzien, of het nietheb daarom deis: „op de wijze van zijn godsdus metterdaad een unicum zouden mogelijk i ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 476
ZITTING 1903—1904.474noch inconsequent van mijn standpunt was, daar ik niet aan het status quo wil tornen. Het status quo is, gelijk de heer Okma zeer terecht opmerkt, van tweeërlei aard. Vooreerst betreft het de artikelen der Gemeentewet, waarbij voor burgemeester, ontvanger en sec ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 475
DE EEDSQUAESTIE. AIzoo tedat de Regeering niet schroomt, eenerzijds de principieeleblijkt,regeling toezeggen, en anderzijds, waar hetteblijven in473bijstatu quo, den facultatieven eed opeene regeling noodigis,Waar ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 478
:ZITTING 1903—1904.476 sprekende door mij en den Minister vaninJustitiegegeven verklaringen,maar hij vergunne mij de opmerking, dat de uitlegging, die hij daaraan nu gegeven heeft, geen steek houdt. Hij zeide toch gij kunt wel den termijn bepalen, ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 479
;DE EEDSQUAESTIE.477handen van den voorzitter, maar, gelijk dat moet bij den burgemeester, in handen van den Commissaris van de provincie; en in de tweede plaats, dat hier niet staat: „om tot lid van den raad te worden benoemd". Wanneer dus dezelfde woorden blijven voor den b ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 480
ZITTING 1903—1904.478geachte afgevaardigde vatmetbandzóó146art.144, eersteart.alsof inop,alvan de Grondwet in verwat niet valt onderlid,datgene,vrij moet blijven om te handelen naar ond ...
Parlementaire redevoeringen - pagina 481
ONTSLAG VAN BURGEMEESTER EN SECRETARIS. •dan elke ontvanger en secretaris, die bespeurt, datvragen,ontslageindetenmenAnderzijds vergete zoodatzijn,dat ten platten lande, althansniet,allicht hetmisgaat, dadelijkald ...