1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 71
59 ander. Het antwoord is: principieel kan hij de mogelijkheid van een wonder niet ontkennen, niet omdat het begrip natuurwet „onttroond" zou wezen, maar omdat het wonder tot het „einmalige" behoort. De historische gegevens voor het wonder aan de natuurwetten te toetsen, zou slechts een cirkelgan ...
1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 72
60De Voorzitter merkt op, dat het spreken van een Physicus en een Medicus erover wel practische resultaten opleverde — trouwens, 't bestuur heeft 't zoo eens willen probeeren. Dr. MULLER vindt het ook wel aangenaam dat het besproken is, ook vanwege de practische resultaten, die hij gehoord ...
1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 73
61 Aan den heer VAN DER SPEK zegt spreker, dat ook bij de oude volkeren wonderen zijn gebeurd: b.v. de Egyptische priesters deden wonderen. Dit rationalistisch te verwerpen is te gemakkelijk. Al is de helft onwaar, de rest is wel waar. Verwonderen behoeft ons dit niet. Volgens openbaring gebeuren ...
1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 74
62gaarne hooren spreken. Aan Dr. SCHEFFER brengt hij bijzonderen dank voor de vele belangrijke dingen, die hij meedeelde over de zoogenaamde genezingswonderen te Lourdes. Inderdaad zijn alle verhalen dienaangaande te vaag om conclusies daaruit te trekken. De Voorzitter dankt ten slotte op ...
1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 75
Hef Wonder.M. H. Het feit, dat het aanstonds de bedoeling is geweest het onderwerp, waarover wij het heden zullen hebben, door meerdere sprekers, waaronder ook een natuurkundige, te doen inleiden^ lijkt mij zeer veelzeggend. Het wekt aanstonds de gedachte op, dat een natuurkundige ten opzi ...
1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 76
64er gezegd wordt, dat er dagelijks wonderen gebeuren, dat de wereld vol is van wonderen enz. Ik denk er niet aan te kort te willen doen aan den eerbied en schroom, aan de diepe bewondering, waarmede wij tegenover de levende en levenlooze natuur, als schepselen Gods, vervuld moeten zijn, m ...
1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 77
65 beurtenis niet voor herhaling vatbaar is, of men met een wonder te doen gehad heeft of niet. Men kan dus ook nooit de mogelijkheid ontkennen, dat er een wonder heeft plaats gehad. Als de zaak zoo wordt opgevat, is het constateeren van een wonder eigenlijk voor een physcus een onmogelijkheid. I ...
1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 78
66 scheid maken tusschen een eigenlijk en een pseudo-wonder, — een kriterium om te beslissen, waarmede men in een bepaald geval te doen heeft, lijkt mij niet aan te geven. Een afwijking van de macroscopische natuurwetten, b.v. een spontane ontmenging van twee gassen, laat zich evenmin reproduceer ...
1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 79
67te geiooven. We mogen ons duizend malen voorhouden, dat we geen recht hebben de mogelijkheid te ontkennen, dat b.v. een steen, dien we opgeworpen hebben, na zijn hoogste punt bereikt te hebben, niet gaat vallen, maar blijft zweven, — toch zouden we, als iemand ons vertelde dat gezien te ...
1921 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 80
68 de vermenigvuldiging der brooden. Het is een betrekkelijk eenvoudig voorbeeld. We hebben hier met de anorganische natuur te maken en zijn dus min of meer op het terrein van den natuurkundige. Beproeven we ons nu eens in te denken, hoe we hier een verklaring zouden moeten zoeken: onze gewone an ...