1933 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 70
64 Dit heeft de heer Heidinga zoo gezien : het kan geen degeneratieve factor zijn. Dit moet dus van den aanvang af zoo geweest zijn. De theoloog zegt, dat in de natuur is ingedrongen een negatieve factor, dat is de verwording. Deze beide standpunten zijn niet tot samenstemming gekomen. Dr. Qerbra ...
1933 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 71
65 Mijn vraag is deze : is pijn te beschouwen als een gevolg van den vloek om der wille van 's menschen zonde? Het pijngevoel is voor den mensch van buitengewone beteekenis. Het pijngevoel is voor het leven onmisbaar. Het beschermt den mensch voor allerlei nadeelige invloeden. Stel u voor dat bij ...
1933 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 72
66 lagen, wijzen ons op den massadood van ontzaglijk vele zeedieren. Op vele plaatsen is de aardkorst niets anders dan één groot kerkhof. En deze dieren hebben geleefd vóór de schepping van den mensch, dus vóór den val. Hoe moet men zich nu den dood in deze dierenwereld voorstellen? Ging de dood ...
1933 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 73
6? Paulus in Rom. 8 zegt, niet kan worden opgevat als een subjectieve meening van dezen schrijver aangaande de natuur, b.v. intuïtief. Hij leidt zijne beschouwing zelf in met : „ik houd het daarvoor" enz. Men kan een parallel trekken met b.v. Paulus' opvatting omtrent de wederkomst van 'Christus, ...
1933 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 74
68 derschrift geeft. Zoo is het toch niet. En de schilderij èn het onderschrift heeft spr. beschouwd, maar hij vindt geen overeenstemming. Spr. zou wenschen een explicatie van den auteur van het schilderij te hebben. Men zal zeggen, dat zij in Rom. 8 te lezen staat. Inderdaad leest spr. ihier een ...
1933 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 75
é^ Carnivoren niet als parasitisme opvat, al is er overeenkomst. Spr. ziet geen principieel verschil tusschen het zich voeden met planten en het zich voeden met dieren. En planten èn dieren zijn levende wezens, hoewel in graad van bewerktuiging onderscheiden. De heer De Graaf heeft nog eens de pa ...
1933 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 76
?0 tus kon worden genoten, eer Christus was gestorven en opgestaan, omdat wij in de verlossing door Christus te doen hebben met een werk van God Zelf. Bij den val, waarin het gaat om een daad van den mensch, kan God op de beslissing niet vooruit loopen. Dr. Schouten zegt: Het is in den natuurkund ...
1933 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 77
;i Ds. van Dijk ziet daarin een bevestiging van zijn bewering, dat de onvolkomenheden, die nu aan elk schepsel kleven, vrucht van de verwording zijn, die tengevolge van de zonde in de wereld is ingekomen. De heer Penning meent, dat de mogelijkheid van beschadiging onafscheidelijk samenhangt met h ...
1933 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 78
11 lust, alléén om zich te voeden. Dat beweren b.v. dierenkenners als Long. Ds. van Dijk zegt: Dan is Long niet altijd gelijk in zijn zeggen. In zijn stuk over „Kazan, de bloeddorstige" geelt bij een levendige beschrijving van het leven van een dier dat moordt uit zuivere lust tot moorden. Ook te ...
1933 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 79
73 De heer Schouten ondersteunt het voorstel-Sizoo. Op voorstel van den Secretaris wordt besloten de catalogus der bibliotheek rond te zenden aan de leden ter kennisneming en de verdere bespreking over dit voorstel aan te houden tot de volgende vergadering. Bij de rondvraag vraagt de heer Bruyel, ...