„De Heere is nabij”.
[HEMELVAARTSDAG 1914]. Uwe bescheidenheid zij alle ., ..menschen'bekend. Ue Heereis ; . liabij. Phil. 4:5.Voor de elven was het verdwijnen van Jezus uit hun midden 't bangste, wat hun overkomen kon. Ze hadden zich uit alles teruggetrokken, ze hadden zich van ...
Van de Voleinding.
CXXXIII. VIERDE REEKS. XXXIV. En men heeft zijn graf bij de goddeloozen gesteld, en hij is bij den rijke in zijnen dood geweest, omdat hij geen onrecht gedaan heeft, noch bedrog in ...
„Voor de menschen”.
[PINKSTEREN 1914]. En ik zeg u: een iegelijk, die mij belijden zal voor de menschen, dien zal ook de Zoon des menschen belijden voor de engelen Gods. Lucas 12 : 8. Ons Pinksterfeest heeft ook zijn kant naar binnen^ maar van de drie g ...
„Zoo anders de Geest Gods in u woont”.
[PINKSTEREN 19 14]. Doch gijlieden zijt niet in het vleesch, maar in den Geest, zoo anders de Geest Gods in u woont Maar zoo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt hem niet toe. Romeinen 8 : 9. Pinksteren is het heilige J ...
Van de Voleinding
CXXXIV. VIERDE REEKS, XXXV. Want gelijk Jonas drie dagen en drie nachten was in den buik van den walvisch, alzoo zal de Zoon des menschen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde. Mattheus 12 ...
„Het land zijner geboorte”.
Weent niet over den doode, en beklaagt hem niet; weent vrij over dien, die weggegaan is, want hij zal nimmermeer wederkomen, dat hij het land zijner geboorte zie. Jeremia 22 : 10. Wij spreken van ons svaderlands, maar zoo deed Israel niet. Later nam men ook te Jeru ...
„Wie zal mij verdagvaarden”.
Zie, gelijk een leeuw van de verheffing des Jordaans, zalhij opkomen tegen de sterke woning, want ik zal hem in een oogenblik daaruit doen loopen; en wie daartoe^ verkoren is, dien zal Ik tegen haar stellen; want wie is Mij gelijk? en_wie zoude Mij verdagvaarden? en wie is die ...
Van de Voleinding.
CXXXV. VIERDE REEKS. XXXVI. Want Gij zult mijne ziele in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten, dat uw Heilige de verderving zie. Psalm 16 : 10. Meer dan dusver d ...
„Doet gij dit niet u zelden”.
Doet gij u dit niet zelven, doordien gij den HEERE uwen God verlaat, ten tijde als Hij u op den weg leidt? Jeremia 2 : 17. Geen lach zonder traan, zegt een volkswoord, en 't leven toont 't telkens weer, hoe ongestoorde levensvreugd bijna niemands deel is. Reeds een ...
Van de Voleinding
CXXXVI. VIERDE REEKS. XXXVII. Alzoo ligt de mensch neder, en staat niet op; totdat de hemelen niet meer zijn, zullen zij niet opwaken, noch uit hunnen slaap opgewekt worden. Job 14 ...