1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 45
Ö7 van de loopbanen der manen van Uranus staan er ongeveer loodrecht op. Dat de banen van staartsterren en meteorengroepen alle mogelijke hoeken vormen met het vlak der aardbaan, behoeft nauv^elijks te worden herinnei'd. Eindelijk zij nog vermeld, dat ook het vlak van het ringstelsel van Saturnus ...
1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 46
38 gegen einander veranlasset, obschon die Bestrebung der Partikeln, von beiten Seiten diese Ausweichungso sehr als möglich einzu-schranken, ihr n u r enge Grenzen zulasset". IV.Verder kan moeilijk met de theorie van KANT en LAPLACEworden overeengebracht het verschijns ...
1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 47
89 CHARLES EUGENE DELAUNAY (1816—1872) zegt in zijne „Cours d'Astronomie 1870" : „On voit que l'hypothèse émise par LAPLACE, sur I'origine et la formation de notre système planetaire, rend parfaitement compte de toutes les particularités qui le caractérisent. Coincidence presque complete des plan ...
1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 48
40 een deel van Saturnus hebben uitgemaakt en er zich later in hurl geheel van hebben afgescheiden; de mogelijkheid bestaat evenzeer, dat zij van buiten af door de aantrekking der planeet in hun tegenwoordigen toestand gekomen zijn. w^aardig, dat de ring vanSaturnusvertoont, om in e ...
1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 49
41 reeds eene aswenteling, groot genoeg om zich in het vlak van haren aequator zoo sterk uit te zetten, dat er geheele ringen van deeltjes los raakten en zich afzonderden tot planeten; in den loop der tijden nam die rotatie nog in snelheid toe en thans bezitten de aequatoriale deelen der zon eene ...
1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 50
42 Men heeft wel een tijdlang gemeend, dat alleen een gasvormig of dnipvormig-vloeibaar hemellichaam zich kon afplatten ; sedert echter deEngelschewiskundigeWILLIAMTHOMSON,laterLOEDKELVIN(1824—1907) heeft aangetoond, d a t de aarde t e n gev ...
1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 51
48 korst, die de vloeibare kern geheel omgaf. In dit stadium bestond de aarde derhalve uit drie deelen, en wel uit een gloeiend-vloeibaar inwendig gedeelte, uit eene betrekkelijk nog dunne harde schors en uit een daaromheen gelegen dampkring. Door de vereenigde werking van maan en zon ontstonden ...
1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 52
44 daarover is men het nog zeer oneens. (1(69—1859)ALEXANDER VON HUMBOLDTen LEOPOLD VON BUCH (17/4—1853) beschouwden eenvulkaan als eene verbinding tusschen de oppervlakte en de gloeiendvloeibare kern der aarde erALPHONS STÜBEL (1835—1904:) meent, datin de aardk ...
1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 53
4oDe laatste zouden nl. geleerd hebben, dat ongeveer bij elke 33 meter, die men dieper komt, de temperatuur gemiddeld P C. stijgt; op eene diepte van 33000 meter zou de warmtegraad der aardkorst reeds 1000 C. bedragen, en bijgevolg moet het inwendige der aarde wel zoo heet wezen, dat alle ...
1908-1909 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 54
46 in den bodem doordrong. (1803—1879) in zijneZoodat, zegt de geoloog FKIEURICH MOHK„Geschichte der Erde", „die Feuergluth desErdinnern durch die Speremberger Messungen gründlich beseitigt ist". Maar het is ook onwetenschappelijk om uit de waarneming, dat de temperatuur van ...