Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 143
131Uin Psalm 25 klaagt deze ontzaglijke lijder: „Wend tot !" Heere, en wees mij genadig, want ik ben eenzaam en ellendig Ook in Psalm 35 heet het: „Heere, breng mijn ziele weder \;m hun verwoestingen en mijn eenzame van de jonge leeuwen." Maar uit nog dieper diepte gaat toch het ges ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 145
133met zijnzijn eenzame was, en dan die hondsene mensch, die zielsbenanwdheid nog sardehemin.XXXV. „IDie baorftügingen ïa^teröenEngcim"die voorbijgingen lasterden hem, schudMatth. 27 39.dende hunne hoofden.Toen de: ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 144
132En dat nu doorzwoegde uw Heiland. Hij dieper dan iemand. Hij alleen in al zijn diepte van bitterheid en doodelijke benauwing. Hij was niet slechts „eenzaam" maar zijn ziel was „zijn eenzame." Met enkel omdat niemand bij hem was en niemand hem ondersteunde, maar meer nog omdat niemand he ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 146
134 kwellen moest,hem vlijmend en uitdagend toegevoegd:„Indien gij,de Zone Gods zijt, zee/ dat deze steenen brooden worden", en stil uw honger hier gilt priester en volk om het kruis: „Indien gij de—Zone Gods zijt, verlos uzelven en kom af van het 7crms'\ Zoo ri ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 147
135 slachtoffer afgaat, en niet kan rusten eer ze aan een bitter wederwoord merkt, hoe ze haar slachtoffer inwendig giftig getroffen, en doodelijk geraakt heeft. Daarvoor doet dan geen pijl en geen stok en geen sabel, geen geeselkoord noch kruisbalk dienst. Neen, die bitterste woede koelt zijn ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 149
137XXXVI. ,^tj lua£ lieuacgt!' Hij was veracht en de onwaardigste onder de menschen, een man van smarten en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor hém; hij was veracht en wij hebben hem niet geacht.Jesaia 53:3.Nogal ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 151
139 diepe,schriklijkeverachting,degrievende smading en de kren-kende boon.Ook die verachting was een deel van den drinkbeker dien hij drinken moest. Reeds eeuwen vooruit had hij het voorzien, en bij dat voorzien, op Davids lippen geklaagd: „Ik ben een wor ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 148
136 stervensweeën nog op zijn Goddelijk hart wordt getrapt. „Indien Zone Gods zij f, kom af van het kruis" Zoo blies Satan het hun in. Zoo heeft Jezus het gevoeld. Zoo was de toeleg in de wonde, die Jezus werd toegebracht. Maar zij die voorbijgingen, wisten niet wat ze deden. Zij geloofden niet, ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 150
138Toen kleefde er aan dien heerlijken naam smaad enschande.Zulkeen drukkende, hinderlijke, ergerende smaad, dat zelfs de vurigste van Jezus' intiemste jongeren, dien smaad niet aandorst, en toen ze hem vroegen: „Zijt gij ook niet van die ?", naar eeden greep en tot be ...
Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 153
141Hoe zou onze ziel één en al gehoor zijn geweest, als we o, zelven het eens van zijn lippen hadden mogen hooren, hoe hij heel de Schrift des Ouden Verbonds doorliep, om het uit de boeken van Mozes en al de profetische geschriften te betuigen, „dat de Zoon des mensehen alzoo lijden moest ...