1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 141
135 hl 1844 maakte de Deen P. W. Lund bekend, dat hij eenige honderden holen in Brazilië had onderzocht en in een daarvan beenderen had gevonden van wel dertig menschen en van verschillende uitgestorven dieren der diluviale formatie, o.a. van megatherium of reuzendier, mylodon of reuzenluiaard, g ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 142
136fossiele beenderen van zoogdieren uit de oudere diluviale periode. De schedel van dezen „homo pampaeus" is breed en heeft volgens Ameghino iets aapachtigs; het voorhoofd is bizonder klein doch de hersenkas komt in grootte ongeveer overeen met die der thans levende menschen. De kaken zij ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 143
137 het feit, dat men op ongeveer honderd meter afstand van de grot of rotsspleet die de beenderen bevatte, overblijfsels had gevonden van den diiuvialen neushoren (rhinoceros mercki), van holenbeer en holenhyaena en ook van den mammoet, reeds voldoende was om te kunnen constateeren dat de Neande ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 144
138 en wel in de grot du Frontal naast talrijke rendierbeenderen, vuursteenen messen, slakkenhuisjes, doorboorde vioeispaathkristailen en stukken eener urn eene menigte menschenbeenderen, waaronder een paar goed bewaarde en goed gevormde schedels. Zij hadden een hoog voorhoofd, bezaten een vrij g ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 145
139 derenveld van Solutré bij Macon aan de Saöne ontdekt. Aan den voet eener steile rots was de bodem over eene lengte van meer dan 100 meter en eene oppervlakte van bijna 4000 vierk. meter bedekt met eene hier en daar 2 meter dikke laag beenderen van paarden, vermengd met weinige overblijfsels v ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 146
140 Laugerie-basse bij Les Eyziès in het departement Dordogne in eene door groote steenblokken bedekte leemlaag, die ook bewerkte rendierbeenderen en schelpen van cypraea bevatte, een geheel menschengeraamte, 1.64 meter lang, welks wervelkolom door een steenblok verbrijzeld was en dat geheel de h ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 147
141 van Merck (rhinoceros mercki), ocros, wisent, holenbeer, hert, varken, bever. Menschenbeenderen waren niet aanwezig ; slechts drie tanden zijn gevonden. Vele dierenbeenderen waren stuk geslagen en ten deele verbrand. Overblijfsels van hazelnootboomen, berken en naaldboomen wijzen op een vrij ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 148
142 hebben. Volgens Klaatsch bezat dit fossiele menschenras den ineengedrongen bouw der Eskimo's, het stevige beenderenstelsel en het krachtige gebit der Afrikaansche negers, den lagen schedel en de vooruitstekende wenkbrauwbogen der Nieuwhollanders. Bij het opbreken eener straat te Brünn in Mora ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 149
143 rendier, holenbeer, alpenhaas, veelvraat, poolvos, steenbok, korhoen gevonden; eindelijk teekeningen, deels op beenderen, deels op eene kalksteenplaat gekrast. Vooral deze 10 centimeter lange en 6 centimeter breede plaat van kalksteen is een zeer merkwaardig kunstproduct; aan beide zijden zij ...
1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 150
144 den voet van den 847 meter hoogen Strahinscica gelegen. Het hol ligt 25 meter boven den tegenwoordigen waterspiegel der rivier die er vroeger waarschijnlijk doorheen stroomde, evenals de Lesse in België dat thans nog doet door de grot van Han. Naast eenige honderden vrij ruwe steenfragmenten ...