1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 47
3gOpeens bleken ze te leven als door een plotselinge scheppingsdaad Gods, wanneer een nieuwe periode als een lente komt. Een verscheidenheid van verwante vormen treedt telkens op in varieerende uitbundigheid als takken aan een stam, onberekenbaar, ongedetermineerd, maar uitgedreven uit hun ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 48
40rende variaties. Hier staan we nog op den bodem der goed geconstateerde feiten, w^aar een scherpe, tamelijk nauwe grens aan de fluctueerende variaties, dus aan deze soortsaanpassing gesteld is. Minder zeker is de mutatie geconstateerd als een mogelijke aanpassing der soort verder dan de ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 49
41we ons dus stellen op het standpunt van blijdschap over de mislukking, omdat nu het terrein van het onbekende groot genoeg blijft. Voor ons zelf is immers het wetenschappelijk levensdoel niet, om zooveel mogelijk onbekend te doen blijven, maar om met eerbied Gods gedachten na te denken, ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 50
42Bekend en doeltreffend is steeds de veigeiijkmg met het maatse lappelijk leven. Men kan verschillend oordeelen over de beteekenis der arbeidsverdeeling, die hoogere organisatie en meerdere prestatie mogelijk maakt; men kan veel oog hebben voor de schaduwzijden, er aan verbonden, maar dat ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 51
*óDe eerste specialisatie, in allerlei stammen aantoonbaar, is de toename in grootte. De meest overtuigende voorbeelden worden ontleend aan de groep der gewervelde dieren. Als oorzaak van minder overtuigend te zijn in dit opzicht, noemt Depéret de meer gecompliceerde stamboomen, die hier z ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 52
44Onder de lagere gewervelde dieren worden de voorbeelden van Depéret*) talrijker, nog meer overtuigend en meer in bijzonderheden uitgewerkt. Bij de zoogdieren is het verschijnsel zoo constant en zoo sprekend, dat men, zegt Depéret, het wel zou kunnen aanwenden, om de afstamming te vervolg ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 53
45 Eigenaardig is wat R. Hoernes opmerkt over den levensduur der menschen, waarvan in Genesis melding wordt gemaakt en den hoogen leeftijd, waarop die menschen hun ,,zonen en dochteren gewinnen". Hoernes zegt, dat de schrijver van Genesis blijkbaar bij het in elkaar zetten van dit verhaal het bov ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 54
46 van lichaamsdeelen worden geleid, vgl. de vinnen van Ichthyosaurus n.l. Carpus en Metacarpus, phalangen en aantal vingers 8 of 9. Bij de Cetaceën zien we hetzelfde verschijnsel, hoewel hier met den Ichthyosaurus geen ander verband bestaat dan dat der convergentie. Steinmann legt hier een genet ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 55
47 worfcn sind, welches sie mehr oder weniger schnell und scheinbar oft ohne eine mechanische oder functionelle Ursache zu einer je nach dem starker werdende Spezializierung führt. Diese Spezializierung ist keineswegs ein Grund für ein Gedeihen und eine lange Dauer der Stamme, im Gegenteil, sie i ...
1923 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 56
48 ook daartegen geen bezwaar, althans ten deele als een voorbeeld van misschien eenige zulke langzame catastrophen, die veranderingen in klimaat -en bodem hebben doen ontGlaan, die het leven van bepaalde voor klimaat en omgeving gespecialiseerde groepen hebben vernietigd. Verdwijnen van een plan ...